vrijdag 9 december 2011

Niks doen omdat het moet

Het is zover. Ik heb me toegegeven aan dat wat mijn lichaam al weken roept: ‘je bent ziek, neem eens rust, dan word je pas echt beter’. Zo gezegd, zo gedaan. Wat kost het veel moeite om niets te doen. Er zijn mensen die er goed mee om kunnen gaan, maar nu merk je hoeveel je eigenlijk altijd bezig bent. Maar man, wat heb ik hier een hekel aan. Niks doen. Mijn aversie tegen luie/lakse mensen projecteert zich een heel klein beetje op mezelf. Want natuurlijk kan ik er maar weinig aan doen dat het momenteel even niet gaat. Op bed liggen na het ontwaken komt neer op het lezen van de krant of een boek. Na een uur bedenk ik me dat ik dvd kan gaan kijken of eten. Daar komt het moment dat je merkt dat je ziek bent. Je rolt richting het randje van het bed en draait nog eens om. Je knuffelt de dekens alsof ze teruggekeerd zijn van een maandenlange reis en valt in die omhelzing weer in slaap. Dit gaat niet werken. Na een dik half uur word je wakker en duurt het nog een half uur voor je echt naast je bed staat. Nou ja, staan is niet echt het goede woord. Duizelig en ineen gekropen schuifel je richting je doel: bank of waterkoker. Je zet de waterkoker aan, ploft neer op de bank en je doet je vervelingsrondje over internet. Sportnieuws, facebook, nieuws, mail. Je kijkt dvd en gaat daarna terug naar de waterkoker. Het water is afgekoeld en het kan opnieuw beginnen. Deze keer blijf je er maar bij zitten met je hoofd op het aanrechtblad. Kreunend, want je stem klinkt als die van Rod Stewart en wat er uit je keel omhoog komt zal niet echt ge’like’d of gedeeld worden op Facebook. Terug op de bank. Volgende dvd. En ook die loopt af. Eigenlijk waren wat pillen wel handig geweest tegen de hoofdpijn. Maar goed, de bank zit te lekker. Met je laptop op schoot ga je op zoek naar nuttige dingen om te doen. Ik heb mezelf uitgeschreven uit 8 nieuwsbrieven. Dat zegt alleen maar dat ik fanatiek interenetshopper ben en die bedrijven eigenwijs. Ik grijp elke mogelijkheid aan om kruisjes aan te klikken of weg te klikken, zeker die voor de vraag of ik de nieuwsbrief van het betreffende bedrijf wil ontvangen. Voortaan zal ik weer hoopvol mijn mail downloaden, in plaats van met angst voor toch niet zo gewenste mail. Er ligt ook nog een berg nakijkwerk op me te wachten. Dit kost me echter te veel energie en je hebt er bepaalde scherpte voor nodig. En je moet in staat zijn rechtop te zitten, zonder je hoofd op het tafelblad te laten rusten. Mijn leerlingen doen het zo vaak voor, maar ik kan zo echt niet werken. Zo nog maar eens proberen, met de Radio 2 vrijdagmiddag bingo op de achtergrond. Dan heb je in ieder geval nog iets te doen. Stiekem is je lichaam in gevecht met een virus. In tegenstelling tot een computer zou je lichaam in staat moeten zijn om die er uit te werken. Maar dat kost verrot veel energie. Ik laat het maar even zijn gang gaan, want de afgelopen weken ben ik redelijk in staat geweest het weg te drukken, maar nu is het op en komt er af en toe een vleugje koorts langs. Dan heb ik het koud terwijl ik aanvoel als een pan kokend water. Wat er in mijn hoofd gebeurt, is helemaal een raadsel, maar ik denk dat het niet niks is. Voor de verandering natuurlijk. Whatever is going on, it hurts. Geen idee hoe lang dit gaat duren, maar ik zal wachten tot het einde. Anders zit ik over een paar weken weer op de bank, te schrijven omdat dat nog wel gaat, teleurgesteld in mijn eigen lichaam. Een lichaam dat zich in laat pakken door een stel beestjes, speekselspetters of bacteriĆ«n die ik niet eens heb gezien. Als ze een beetje stoer waren, dan maken ze zichzelf bekend en laten ze zich zien. Dan kunnen we even een eerlijk gevecht aan. De lafaards.