woensdag 10 augustus 2016

Het vakantieboekje

'Nog even kijken of ik deze keer weer een vakantieboekje maak', zegt de vriendin die bij ons thuis eet.
'Een vakantieboekje?', vraag ik. 'Wat is dat?'
'Nou, daarin staan allemaal dingen die we kunnen gaan doen op vakantie. Daarin staan mooie plekjes, goede restaurantjes, goede routes en andere tips. En als ik er dan ben, of ben geweest, dan schrijf ik op hoe het was. Dat is ook alvast een beetje voorpret.'
Aan de voorpret van een vakantie beleef je bijna meer plezier dan de reis zelf. Ik kan me zo eens voorstellen dat de voorpret zelfs veel groter is dan de lol op vakantie. Vaak heeft dat te maken met verwachtingspatronen. Mensen die denken dat het geluk van de mensen in de reclame te koop is en als het gevoel van geluk dan uitblijft in het all-in resort, is niets goed genoeg. Die mensen zouden zelfs boos kunnen worden of het feit dat de man des huizes niet echt van een trolachtig monster in een gezellig hunk veranderd na een duik in de zee, zoals op tv wel gebeurt.
Maar goed. Terug naar het boekje. Het werkt alleen maar de goede kant op. Je hebt namelijk niet alleen ontzettend veel voorpret, je gaat ook beter voorbereid op vakantie, waardoor de kans dat je echt leuke dingen doet, groter is. Verder weet je beter wat je kunt verwachten, waardoor het verwachtingspatroon beter passend zou kunnen zijn. Je weet de weg en de kostbare tijd die er op vakantie nodig is om te genieten, gaat niet op aan dingen regelen en uitzoeken. Als je dat vooraf al hebt gedaan, heeft dat op dat moment waarschijnlijk al energie opgeleverd, omdat je zin hebt om de dingen te gaan doen die je net hebt uitgezocht.
Het enige wat je nodig hebt, is een notitieboekje. Die heb je in vele soorten, maten en kleuren. Als je daar een beetje een vrolijke versie van uit zoekt, wordt het geheel nog vrolijker.
Zo kwamen wij op een boekje met vogeltjes, bomen en hartjes. Blaadjes mèt en blaadjes zonder lijntjes. Daarin gingen wij los. Ik dan. Vrouwlief liet het een beetje afweten:
'Jij schrijft toch alles al op en weet beter wat je moet opschrijven. Ik weet ook niet of alles belangrijk genoeg is om erin op te schrijven'.
Dat laatste boeit helemaal niet. Het is ons boek. Bestemd voor ons. Wij kunnen er dus in kliederen wat we willen. Eén pagina wordt ingenomen door een bijdrage van dochterlief (1,5): allemaal krassen met een potlood. Een pagina gaat op aan de uitleg hoe de aanhangwagen die we hebben mogen lenen teruggeplaatst moet worden in de stalling. En ja, dat is zo'n gedoe dat dat stripverhaal relevant en handig is. Er zit een paklijst is. Het staat vol met lijstjes. Er zitten brainstorms in met wat we kunnen/moeten doen per locatie of per deel van de vakantie. Op het blaadje 'Zuid-Limburg' blijft de brainstorm beperkt tot 'wandelen op plaats x' of 'lunchen in café y'. Het blaadje 'Ardennen' vult zich heel snel met typisch toeristische zaken: 'stadje Durbuy door slenteren' of 'naar Spa-Francorchamps'. Dat laatste is vanzelfsprekend heilige grond voor een beetje autosportliefhebber. Laten we hopen dat aan het einde van de maand, met een beetje hulp van de weergoden, het circuit weer garant staat voor een middagje spektakel.
Het boekje vult zich gestaag. Het gaat mee op vakantie. Elke dag, als het kind slaapt en de dame leest, pak ik het boekje erbij. Hierin wordt de dag beschreven, maar worden ook goede punten benadrukt, waar we van kunnen leren voor een volgende keer. Het 'op vakantie' gaan als gezin verschilt namelijk wezenlijk van 'lekker met z'n tweeën op vakantie' gaan. Het is een ontdekkingsreis op zich. Wat doe je met eten? Wat doe je met slapen? Wat doe je voor een activiteiten? Hoeveel zit je op de camping? Hoeveel zit je in de auto? De benadering die al deze vragen beantwoord met 'we zien wel' leidt niet altijd tot een prettige ontspannen vakantie. Was onze ervaring.
Een van de grote pluspunten die ik ervaren heb, als niet-stil-kunnen-zitter, is het maken van een plan voor de dag die gaat komen. Voor de vakantie heb je je georiënteerd op wat je kunt doen. Je gaat niet vooraf een heel programma uitschrijven, want het blijft vakantie. Je weet niet wat het weer doen en waar je tegen die tijd zin in hebt. De avond ervoor heb je een redelijk beeld van de mogelijkheden. Uit de lijst of brainstorm met ideeën kies je het beste en daar plan je de dag omheen, ook de slaapjes, eetmomenten en boodschappen worden daarin meegenomen. Dit is heerlijk!
De volgende dag word je wakker. Het hele ochtendritueel kan gedachtenloos voorbij gaan. Je tuurt in de verte terwijl je je croissant oppeuzelt. Ontspannen. Je stapt in de auto en rijdt naar het beginpunt van de wandeling of naar het stadje dat je wilde zien. Tegen de tijd dat je echt wakker bent, blijkt dat je deelneemt aan een bijzonder geschikt programma. Natuurlijk vind je het leuk: je hebt het namelijk zelf ooit eens bedacht. Tijdens die ene saaie vergadering (dubbelop?) op die regenachtige dinsdagmiddag in juni droomde je weg over een wandeling over een paadje langs een snel stromende rivier die uitkomt bij een waterval. De geur van bos kwam al je neus in bij de gedachte. En in je tas vind je geen papierwerk om door te werken, maar een lekker brood van de bakker. Een pakje kaas, lekkere worst, een pot Nutella en een mes. Daarnaast nog water en een lekker sapje. Meer heb je toch niet nodig om helemaal gelukkig te worden. Ik verander zo van mijn trolachtige ik tot de droomman die ik in de weerspiegeling van het water zie.
Langzaam wordt de vakantie van volgend jaar gedestilleerd uit de huidige vakantie. Het is fijn, maar er zijn andere keuzes die je kunt maken. Iets verder rijden en dan wèl lekker weer hebben in de tweede week. Maar niet te ver rijden, dat is dan weer te lang en op locatie is het dan weer te warm. En volgend jaar komt er weer een vakantieboekje. Dan beginnen we er nog eerder mee, zodat de vakantiepret nog eerder nog concreter wordt.

maandag 1 augustus 2016

Te Grand Prix voor weinig

Het grote probleem van de race in Duitsland dit jaar had vrij weinig met racen te maken. Het ging om de verkoop van de tickets. Er zijn tijden geweest dat er 100.000 mensen naar een autorace kwamen kijken. Die mensen kwamen uit het hele land om hun lokale held te steunen, ook al reed deze achteraan, of in de middenmoot, zoals Sergio Perez in Mexico. In Duitsland blijft men weg. Dat kan mooi zijn voor de Nederlanders, want nu was er meer plaats voor de fans van Verstappen die er nog wel een paar honderd euro en kilometers rijden voor over hadden om hem derde te zien worden.
Het uitgangspunt voor de Duitsers zou perfect moeten zijn. Een Duits team en groot Duits merk domineert de sport sinds het merk zelf de regels en technische voorwaarden heeft bedacht. In een van die auto's zit een Duitse coureur. Hij liegt graag, kan niet tegen zijn verlies en heeft moeite met presteren onder druk. Verder zit er een Duitse coureur in het team met 'the Prancing Horse', het heilige Ferrari. Verder zijn er nog tweede Duitse coureurs die overlopen van het talent en in de middenmoot en achterhoede opereren en daar aardige dingen laten zien. De organisatie had 60.000 plaatsen voor de Duitse fans gecreëerd. Er was plaats voor meer, maar de prognoses waren slecht. Eén tribune werd gebruikt voor een groot reclamebord van Rolex. Dit om het Shanghai-effect te voorkomen. In China kosten de tickets namelijk hetzelfde als in het westen, maar zijn de lonen daar nog niet naar. Zo kan het dat er een tribune van honderden meters lang wordt gevuld met grote witte letters 'E-x-p-o- -2-0-1-0', omdat de 'fans' niet komen opdagen.
De organisatie in Duitsland, en NOS-commentator Louis Dekker, snappen echt niet hoe het kan dat de Grand Prix van Duitsland niet uitverkoopt. Wellicht is er wat moeite met het grote bord, dan wel volledige servies, dat er voor hun hoofd staat waardoor ze de oorzaken niet zien:
Ten eerste kosten de kaartjes de hoofdprijs. Voor het goedkoopste kaartje voor de eerstvolgende wedstrijd in Spa betaal je 145 euro, waarbij je nog eten, drinken, parkeren en verblijf moet regelen. Dat lijkt mij veel, als ik mezelf 'de gewone man' zie. Voor de hoofdtribune betaal je de hoofdprijs en tijdens de wedstrijd zie je de auto's dan slechts 45 keer aan je voorbij komen zonder dat je weet hoe de wedstrijd zich ontvouwt. Het gaat niet alleen om het racen, maar ook om de pitstopstrategie en radiocontact. Waarom het dan zo duur moet zijn? Maffiabaas Ecclestone vraagt aan organisatoren enorme bedragen (tientallen miljoenen) om het evenement te mogen organiseren. Die kosten moeten ergens door vergoed worden, dus daarom zijn de prijzen zo hoog en ook daarom staat het voorbestaan van klassieke wedstrijden zoals op Silverstone, Monza, Spa-Francorchamps en in Duitsland dus op het spel.
Ten tweede blijven de wedstrijden saai. Nog maar één van de 12 wedstrijden van dit jaar is niet gewonnen door een Mercedes. Je weet vooraf dus wie er wint. Zeker nu de druk op Rosberg komt, laat hij het afweten. Hij laat daarbij zien niet te kunnen racen en duwt voor de tweede keer in vier wedstrijden een tegenstander van de baan af, als wanhoopsdaad. Mocht hij, doordat er iets met Hamilton gebeurt, onverhoopt wereldkampioen worden, dan is dat de minst waardige wereldkampioen formule 1 sinds Damon Hill in 1996 zonder serieuze tegenstanders zijn rondjes reed.
Dan kan je misschien nog komen kijken voor het spektakel, een goed ongeluk. Dan moet je ook maar het geluk hebben dat je op de goede plek zit, waar je wat van een eventueel ongeluk kunt zien. Gelukkig voor de sport, gebeurt dit steeds minder. De twee uitvallers gisteren reden rond in de marge van de wedstrijd. De beide Felipes. Nasr bij Sauber, wat dit jaar een achterhoede team geworden is en Massa. Massa heeft sinds zijn ongeluk van 2009 geen bijzondere dingen laten zien, kruipt in duels gemakkelijk onterecht in de slachtofferrol en heeft een beperkt vermogen om op zijn eigen kunnen te reflecteren. Maar goed, hij schijnt vriendelijk te zijn. Het is toch zielig iemand af te serveren na een ongeluk en hij kan goed moppentappen in de pitstraat, dus laten we hem rustig afzakken naar de middenmoot van het veld.
Het mooiste van de race in Duitsland is 'het drama van Ferrari'. Ferrari vecht als de 'Black Knight' tegen Mercedes. Net als in de film Monty Python and the Holy Grail gaat het steeds slechter met de hoofdrolspeler, maar hij denkt nog steeds het op te kunnen nemen tegen zijn belangrijkste tegenstander. Net als Ferrari. Vettel en Raikkonen houden vol te strijden tegen Mercedes, maar worden intussen ingehaald door Red Bull. Wat een drama voor de Italianen. Er gaan waarschijnlijk op korte termijn koppen rollen, maar zo lang de belangrijke plaatsen in het team worden ingenomen door Italianen, zal het team geen wereldkampioenschappen winnen. Het hart van de Formule 1 ligt in Duitsland en Groot-Brittannië en cultuur speelt een belangrijke rol in het succes van teams. De laatste keer dat Ferrari de sport domineerde was in een periode dat de beste coureur uit het veld bij Ferrari reed, Schumacher. De auto's werden ontworpen door twee Britten (Rory Byrne en Ross Brawn) en de leiding van het team was in handen van een Fransman (Jean Todt). Zij hielden de Italianen in het gareel en tevreden tegelijk. Tussen 1979 en 2000, de tijd tussen de twee kampioenschappen voor Ferrari was lang. Maar als ze zo doorgaan, kunnen ze de 21 jaar zonder kampioenschappen weer halen. We tellen dan vanaf 2007.
Het is mooi voor de Nederlandse Formule 1 fans. Max Verstappen heeft met de huidige ontwikkelingen bij Ferrari een serieuze kans op plaats 4 en misschien zelfs 3 in het kampioenschap.

vrijdag 22 juli 2016

Het bad der vergane glorie

Het is zondagochtend en de kinderen zijn vroeg wakker. Dit is geen uitzondering. Elk kind gaat 'aan' als het licht is, of eerder en geen kind volgt je bevelen op als je zegt: "draai je om, stop je speen in je mond en slaap nog een uurtje verder". Een uur later is het ontbijt op, is iedereen aangekleed en heb je nog een hele dag voor je. Je krijgt er zoveel voor terug! Dat zeggen ze van kinderen. Nu heb je alle tijd om leuke dingen te doen. Alleen is dat wat weinig vrijblijvend. Als je niet iets leuks gaat doen met die gasten, dan zal je dat merken. Het begint met het leeghalen van de keukenkastjes om vervolgens het potje Marokkaanse kruiden over de vloer te verspreiden. Vervolgens kruipen ze via het tafelblad op het toetsenbord van je laptop. Eenmaal terug met de voetjes op de vloer, gaan ze bij de deur staan om te zeuren of ze naar buiten mogen om te spelen.
In woonbladen doet men hard hun best om buiten binnen te brengen. Wij hebben daar personeel voor en hebben geen VT wonen of iets dergelijks voor nodig. Zand, aarde en plantjes worden aan het einde van de dag weer netjes opgezogen.
Hoe mooi was het 'vroeger'?! In je middelbare school- en studententijd maakte je je druk om je uiterlijk en je vriendenkring. Dat is het belangrijkste wat er is? In de bloei van je leven moet je natuurlijk het uiterste uit je schoonheid halen. Je ziet er geweldig uit, maar bent er onzeker over. Je doet je best om er zelfs nog meer van te maken: je ontwikkelt een 'loopje', je gaat roken omdat dat stoer zou staan (in sommige milieus), je trekt een mooi strak merkshirtje aan en de bijpassende jeans zijn onweerstaanbaar. Met een biertje in de hand zet je een beeld neer op de sociale media van iemand met een perfect leven. De enorme bling bling zonnebril maakt het helmaal af! Op een terras op de Neude gebeurt het! Daar weet je dat je een goed leven hebt.
Met je gezelschap geef je af op van die burgerlijke stellen die uitgezakt als ze zijn op vakantie gaan bij Center Parcs terwijl ze eerst backpackend door Latijns-Amerika trokken. Die mensen gaan ook nooit meer uit en geven niets meer om het uiterlijk. "Dat zal mij nooit gebeuren. Zo ga ik echt niet worden hoor."
Een paar jaar later tref je die mensen met een licht vermoeide gelaatsuitdrukking in het bad der vergane glorie. Mensen die bij de populaire club hoorden hangen nu naast de 'nerds' van toen in een gelijke gemoedstoestand in het 20 cm diepe badje hun dreumes in de gaten te houden. Alleen de tattoos zijn nog getuigen of het bewijs van de wilde jaren.
Nou klinkt dit wellicht vrij negatief, maar hier komt de kunst van het genieten om de hoek kijken. Met nichtje en dochter in het zicht is het echt genieten. Die meiden hebben zoveel meer en zoveel meer oprecht plezier dan wie dan ook in het weekend. Er is geen alcohol nodig om het feestje op te leuken. Alles kan en ze maken zich nergens druk om. Dit krijg je ervoor terug.
Het was even een zware ochtend vanmorgen toen je op je vrije zondagmorgen om 8.00 aangekleed was en ontbeten had, maar nu je dit ziet, had je waarschijnlijk spijt gehad als je je nog een keer omgedraaid had, omdat er toch niemand is die je nodig heeft. Wat hebben wij lekker gezwommen en gelachen om de vergane glorie van de middelbare scholen in de tweede helft van de jaren negentig.

zondag 12 juni 2016

Kans op een fijne wedstrijd

Wat is dat toch? Wellicht tegen beter weten in, heb je zin in de wedstrijd van vanavond. Sinds de komst van Max Verstappen naar Red Bull lijkt de sport weer aantrekkelijker te worden. Het wordt wellicht net zo'n sensatie als Vettel in 2008 bij Toro Rosso, Hamilton in 2007 of Alonso in 2001 of 2002. Er is weer wat om naar te kijken.

Voor de beginnende kijker: Verstappen hoeft maar 2 dingen te doen om als 'goed' gezien te worden: 1. Alles heel houden. En 2: Finishen voor elke auto waar ook maar een klein rood stiertje op staat. Tot die tijd is hij gemiddeld of een brokkenpiloot, zoals vorig weekend in Monaco. 3 keer crashen in één weekend is wel erg veel. Wellicht heeft Verstappen het daarom rustiger aan gedaan in de kwalificatie voor vanavond.
Er zijn twee scenario's mogelijk. Eigenlijk geldt dat voor elke race, maar Canada is één van de wedstrijden die iets bijzonders kan brengen, net als Melbourne, Monza, Suzuka en Spa natuurlijk. Maar goed, vanavond kan het twee kanten op gaan. Voor een deel is dit afhankelijk van het weer. Als het droog weer is, is de kans groot dat de wedstrijd saai wordt. Anderhalf uur lang doen de coureurs en teams langs pitwall hun best om de volgorde in orde te krijgen. In dat geval Wint Hamilton, met Rosberg een seconde of 2 à 3 daarachter. Op gepaste afstand volgen dan eerst de Ferrari's en de Red Bulls. Waarschijnlijk Vettel, Raikkonen, Ricciardo, Verstappen. Daarachter verdelen de andere Mercedes-teams de punten: Bottas en Massa op plaats 7 en 8 met de Williams en Perez en Hulkenberg parkeren hun Force India's op plaats 9 en 10. In dit geval heeft u naar een nogal saaie wedstrijd gekeken met de sportieve waarde van Ron's Honeymoonquiz uit de jaren '80. Het is dan vergelijkbaar met de laatste dag van de Tour de France. Het is al lang duidelijk wie er gaat winnen, maar de sponsoren moeten tevreden gemaakt worden door middel van een soort optocht.
In het andere geval wordt de race rommelig. In Canada is dit goed mogelijk. Een ego van een coureur kan net te groot zijn, of het inzicht in een bocht te klein. In dat geval is de muur snel gevonden, krijg je een safety-car en een andere strategie. De onderdelen die onderhevig zijn aan slijtage, zoals de banden, remmen en in mindere mate de motoren, willen nog wel eens te vroeg aan het einde van hun levensduur komen, waardoor de uitslag onvoorspelbaar wordt.
Als het daarbij gaat regenen, of een coureur zijn dag heeft, heeft het Circuit Gilles Villeneuve iets in zich waardoor de wedstrijd serieus geweldig kan worden. Dat is al bewezen in 2011, in de mooiste race van dit decennium. Kijk maar:

 De hoop op zo'n race. De kans op spektakel. De hoop dat je vermaakt wordt door de heren coureurs en technici zorgt ervoor dat ik vanavond toch ga kijken of ik ergens de wedstrijd met Engels commentaar kan streamen of kijk op de Duitse RTL en mijn eigen commentaar verzorg.
Fijne wedstrijd.

zondag 22 mei 2016

Verstappen excelleert! Nu de verslaggeving nog

Ha! Eindelijk! Eindelijk ben ik niet meer de enige. Eindelijk blijken er meerderen te zijn zoals ik. En eindelijk kan het hardop gezegd worden. Sterker nog er kan erover gepraat worden. Ik ben er namelijk 'zo één'. Zo één die eens in de twee weken zijn zondagmiddagen toch wat leeg houdt in de agenda. Zo een die zelfs in het voor- en najaar de wekker wel eens zet om de start maar niet te missen van races in gebieden in hele andere tijdszones.
Niemand die begreep waar het over ging.
'Wat is er nou leuk aan een stel auto's die achter elkaar rondjes rijden?'
Daar hadden ze een tijd lang al niet echt een punt, die kritische mensen. Het gaat om de politiek er achter, de spanning van de pitstopstrategie. Het gaat om het talent van coureurs. Het gaat om inhaalacties, de kans van een regenbui. Het zou zomaar kunnen dat een update van een motor, voor- of achtervleugel of de wielophanging ervoor kan zorgen dat er iemand anders gaat winnen. Wie kan het beste presteren onder druk?
'Maar nu is het toch gewoon Mercedes dat wint?'
'Het gaat om de auto, niet om de coureurs.'
En daar hadden de criticasters een relevant punt. Sinds 2014 is de sport elke vorm van glans kwijt. De afronding van de oude Formule 1 in 2013 leek saai met 9x dezelfde winnaar achter elkaar, maar hij (Vettel) had meer tegenstand en ook uit steeds een andere hoek. In aanloop naar 2014 had Mercedes de nieuwe formule min of meer zelf bedacht. Al jaren waren zij bezig met de ontwikkeling van een uiterst complex plan. Dit was zo complex dat geen andere motorenbouwer dit ook kon ontwikkelen of zich er niet eens aan waagde. Zo kan het dat er in de laatste + 40 grand prix' die er sinds maart 2014 slecht 7x geen grijze auto als eerste over de streep kwam.
Elk seizoen wordt er beterschap beloofd, maar de wedstrijden vallen tegen. De kwalificatie is er om te bepalen welke auto het beste is. Coureurs doen er niet toe. Je krijgt eerst de Mercedessen, dan de Ferrari's, Red Bulls, Williams', Toro Rosso, Force India en zo verder. Als deze volgorde om wat voor reden dan ook verstoord is, zijn er inhaalacties. Aan het einde van de zondagmiddag is men echter wel weer in min of meer die slagorde over de streep gekomen.
Tot 5 mei 2016. Met een actie waarvan menig personeelsmanager zich achter de oren zal (moeten) krabben, wordt Max Verstappen gepromoveerd naar Red Bull. Vanaf dat moment maakt hij met de mindere Renaultmotor kans op een podium in de eerste twee races die er aan komen (Spanje en Monaco). Daar is de kwaliteit van de motor wat minder belangrijk en chassis en aerodynamica wat meer. Kans op een podium dus. En dat voor een jochie van 18. Eindelijk een Nederlander in de Formule 1 mèt talent. Zijn voorgangers moesten het hebben van rijke (schoon)vaders, mazzel of gebrekkig inzicht van teammanagers.
Spanje is over het algemeen een saaie race. De laatste spannende race die daar werd gehouden, was in 1996. De eerste van Schumacher voor Ferrari met een 3,0 liter V10 waarvan minimaal 1 cilinder niet meer werkte. Hij declasseerde destijds de rest van het clubje in een wedstrijdje onderwaterracen. Daarna was het 20 jaar een race waar je niet voor thuis hoefde te blijven.
Tot vorige week zondag. Kijk maar.
En sindsdien is er in het Nederlandse medialandschap een probleem. Niemand weet wat er gebeurt. Wat is dit voor een sport? Waarom is dit belangrijk? Wie is die grijze oude man die Verstappen in de armen vliegt als hij de auto uit komt?
'Een belangrijk persoon van het team', hakkelt de verslaggever van de NOS. Dat het de man is die de promotie van Verstappen naar Red Bull bewerkstelligt heeft en Verstappens talent juist inschatte voordat hij bij Toro Rosso kwam, is haar volledig onbekend. Er wordt wat gestameld over rechten op beelden. Alleen dat maakt de sport al interessant. De baas van de beelden is een bejaarde man met de integriteit van Sepp Blatter. Hij verdient aan zijn beeldrechtenbeleid uit de steentijd. Denkt hij.
Bij talkshows, in het nieuws en bij journalisten is er enorme onbekendheid over alles wat met de sport te maken heeft en niemand probeert dat te verbergen. Gelukkig zijn er mensen als Jan Lammers, de broertjes Coronel en Robert Doornbos die graag op televisie willen en over hun hobby praten. Zij verzachten het leed nog een beetje, maar je ziet ze ook denken.
'Dit is een leek. Wat vertel ik wel en wat niet? Mag ik vertellen hoe goed ik zelf ben of was?'
Diepgang en inzicht missen bij de verslaggeving in de Nederlandse media. Het is net alsof ik naar een presentatie van een eersteklasser zit te kijken die vroeg pubert en geen zin had om na te denken. Zelfs, of juist, Jeroen Pauw weet in het begin van zijn interview met Verstappen niet wat hij met de jongen aan moet.
'Het gaat om de persoon àchter de sportman', zal hij gedacht (moeten) hebben. Als dat niet zo is, moet je je gaan verdiepen in iets nieuws en, zo lang de Formule 1 geregeerd wordt zoals het niet gedaan wordt, iets saais.
Maar goed. Eindelijk is er aandacht voor wat één van de mooiste entertainmentshows ter wereld zou kunnen zijn. Sommige mensen noemen het zelfs een sport. En mocht iemand willen weten hoe die sport in elkaar zit, ik help u heel graag.

zondag 1 mei 2016

Een nacht in de open lucht met leerlingen. Sander, Bedankt

'Zo, wat zie jij er verlept uit!' wordt er geroepen van achter de receptie. Het is altijd fijn om zo welkom geheten te worden als je ergens binnen komt. Nu is het wel vanzelfsprekend, want bij het ontwaken was de gevoelstemperatuur -1 graden. Dat is op zich niet echt extreem, tenzij je buiten ligt. De nacht is doorgebracht onder een zeiltje van slechts een deel van een millimeter dik. Onder het slaapmatje ligt kale grond. Om mij heen was een mummieslaapzak gewikkeld. Daarover lag mijn winterjas. Dat nog wel.
In de zomer van 2015 ontstond het idee in het hoofd van een collega. Na de vakantie werd het idee gedeeld met betrokken collega's en in de steigers gezet. Leerlingen konden het project kiezen rond de herfst en als genoeg leerlingen hun voorkeur hadden doorgegeven, zou het project 'Jungle/Robinson' ontwikkeld worden. Het project bleek mateloos populair bij leerlingen en het kon door gaan. Het moest zelfs doorgaan, omdat er veel leerlingen waren die onder gebracht moesten worden bij projecten.
De collega kon zijn plan uit gaan werken. Er moesten workshops geregeld worden en als climax slapen de leerlingen een nacht in de open lucht slapen. De organisatie begint dan met het maken van een rooster, het benaderen van mensen die een EHBO-workshop en een workshop 'onkruid eten' kunnen geven en het bedenken van een plek om te slapen.
Dat laatste leidde tot discussie. Want in het écht wildkamperen is natuurlijk nog spectaculairder dan op een terrein van scouting of Staatsbosbeheer. Toch is ervoor gekozen om naar een scoutingterrein te gaan. Je zit toch met een risico, aansprakelijkheid en het dingetje dat wildkamperen in Nederland niet echt wordt toegestaan. En, ook niet onbelangrijk, voor een nacht slapen met zijn twintigen heb je een redelijke kuil nodig voor het sanitair, die graaf je niet voor één nachtje. Een gebouw met sanitair is dan mooi meegenomen.
Wat kan je je druk maken om zo'n projectje zeg. Maar goed, na wat theorie en een kompastocht komen leerlingen aan bij de workshop 'eten in het wild'. Op een bepaalde manier is dit spectaculair. Het is leuk en leerzaam. De planten die je anders maar wat graag mijdt, zoals brandnetels, worden nu met handschoenen geplukt, in plastic tassen gedaan en meegenomen naar een ruime keuken in een mooi pand op de grens met Duitsland. Vanaf de stuwwal kijk je ver Duitsland in, terwijl leerlingen de brandnetels blancheren en het zevenblad wassen. Leerlingen raspen een stuk kaas, snijden het brood en malen het onkruid met de kaas, olie en noten tot een heerlijke pesto. De andere helft van de groep gaat verder met de brandnetels en maken daar een lekker soep van. Aan het einde van de middag hebben we brandnetelsoep met stokbrood waar pesto op gesmeerd is. We gaan met een erg voldaan gevoel naar huis. Als de leerlingen er niet van genoten hebben, dan mijn collega en ik wel.
De dag erna gaat het feest direct weer van start met een EHBO workshop van twee uur. Leerlingen zijn geen echte EHBO-ers na deze ochtend, maar leren toch wel wat gemakkelijke trucjes om de kans op overleven na een ongeval te vergroten. In een week die in het teken staat van 'survival', lijkt dat niet onhandig. Er wordt een leerling ingepakt in folie. De docent krijgt een Heimlichknuffel van de mevrouw en we krijgen een demonstratie van een AED. Na de lunch gaan de leerlingen op zoek naar een geocache. De tocht is eerder gemaakt door collega's en nu doen we 'm nog een keer. Het succes hiervan is wisselend. Leerlingen moeten nog wennen aan de beperking van de GPS app op hun telefoons die maar tot 20 meter nauwkeurig is. Dat geeft 20 meter onzekerheid. Die gaat overheersen en wat gedesoriënteerd weten ze nog net de school te vinden.
Dat ze toch hebben geleerd van de GPS-tocht blijkt een dag later, als elke groep toch aan weet te komen op de afgesproken plek. Elke groep van 5 leerlingen krijgt een andere route, maar toch komen ze op hetzelfde punt aan. Vanaf die plek lopen de leerlingen naar het scoutingterrein waar we de nacht doorbrengen.
Daar worden zeilen over touwen gespannen. Dat is het verblijf. Meer is er niet. Twee groepen verzamelen mos om het geheel te isoleren. De zeiltjes worden zo laag mogelijk gespannen om de warmte enigszins binnen te houden en de wind erbuiten. Veel tijd om het geheel te perfectioneren is er niet, want er moet weer geplukt en gekookt worden. Elke groep krijgt een eigen plaats om vuur te maken en de wedstrijd om het mooiste vuur gaat beginnen. Er zijn punten te verdienen met 'wie brandt het eerste een touwtje door' en vervolgens met 'wie houdt het vuur het beste aan om vervolgens op te koken'. Dit blijken aparte disciplines te zijn, maar uiteindelijk komen de vuurtjes goed op gang.
Dan de volgende opdracht: maak een gerecht waarvan minimaal één ingrediënt geplukt is. De andere ingrediënten (aardappels, uien, bouillonblokjes) mochten ze van huis meenemen. De groepen gaan voor het bekend gerecht: brooddeeg aan een stok, met een krokante zwarte buitenkant met romige binnenkant (nog een keer proberen). Verder worden er brandnetelsoepen en -stamppotten gemaakt. Het smaakt allemaal prima.
Overleven in de wildernis kan niet als je je verveelt (zie Cast Away (2000) met Tom Hanks), dus komen de weerwolven uit Wakkerdam nog even langs en gaan we het bos dieper in voor een potje oud-Hollandsch Levend Stratego.
Eindelijk zijn de leerlingen moe en kruipen direct in de slaapzakken. Hiervan wordt de lege ruimte opgevuld met de extra kleding die mee is genomen of uit is getrokken. De sterrenhemel is helder en prachtig om te zien, maar ook koud. Bij het ontwaken blijkt de temperatuur rond het vriespunt te liggen. Er zijn echter geen onderkoelingsverschijnselen, geen afgevroren ledematen of andere koude gerelateerde klachten. De leerlingen waren goed voorbereid en steken het vuur weer aan. Rond de stokken komt nu niet alleen zelf gemaakt deeg, maar ook croissantdeeg uit blik. Dat werkt als een malle, als je geduld hebt en je stok niet te ver in het vuur steek, wel te verstaan. We worden gewoon wakker met het concert van vogel geluiden, een kampvuur, een croissantje en vrolijke leerlingen.
Dat je in de kou wel slaapt, maar toch wat energie verliest om je zelf warm te houden, merk je als op school komt. 'Heb je wel geslapen?', 'Ben je zo moe?', 'Zo jij ziet er lekker verlept uit...". Het was een mooie projectweek, maar ik ga op tijd naar huis en slaap vanmiddag nog even twee uurtjes. Het schijnt dat het nodig is.

dinsdag 15 maart 2016

Een eerste auto. Een eerste roadtrip.

Langzaam gaan de ruitenwissers heen en weer. Voor haar neus wordt ze er continu mee geconfronteerd dat het regent. Ze had zich hun eerste reis samen wl anders voorgesteld. Het is een hele stap dat ze nu samen onderweg zijn. maar goed, de hele vriendenclub had hem goedgekeurd en het voelde nu een keer echt goed. Hij besteedde echt tijd, moeite en alles wat er nog meer nodig is in haar. Dit neemt niet weg dat het spannend is om voor het eerst samen op reis te gaan.
Aanvankelijk had hij een beetje lacherig over haar auto gedaan. Het ding had ze een jaar eerder op aanraden van een vriend gekocht bij een smoezelig schuurtje in een dorpje. Het ding was blauw, vierkant, had brandgaten van sigaretten op de voorstoel, maar zou nog jaren mee kunnen gaan. Het wagentje was lekker overzichtelijk, klein, licht en zuinig. Een brok Japanse degelijkheid die waarschijnlijk voorlopig nog niet stuk gaat, ook al brand het 'check engine'-lampje. Er zit wat vuil op een klep bij een sensor, kan geen kwaad.
Vannacht was hij weer bij haar blijven slapen en ze waren vroeg vertrokken. Ze zouden een flink stuk Frankrijk in rijden. In een vrolijk vrouwentijdschrift was deze camping aan het meertje aangeprezen, maar eerlijk gezegd had ze er met dit weer helemaal geen zin in. Hoe de verwachtingen voor de komende dagen waren, dat boeide haar op het moment helemaal niet. De sfeer in de auto werd er niet beter op. Het werd stil. De theatershow van mannen die zichzelf grappig vinden waren uitgezet en hadden plaats gemaakt voor een doorsnee Spotify-playlist die zo op SkyRadio uitgezonden had kunnen worden. Ze moest eerst nog een uur doorrijden, dan nog even snel eten bij een fastfootrestaurant en dan nog een uur binnendoor rijden.
Bij de eetstop aangekomen, blijkt het autootje toch prima te fungeren. Tanken is nog lang niet nodig en het inparkeren in die irritante kleine parkeervakken gaat prima. Ze pakken hun tassen van de achterbank. Het had hen 's ochtends verrast hoe veel bagageruimte zo'n Suzuki Wagon R+ eigenlijk had. De hele kampeeruitrusting, met stoelen, tafeltje, gasstelletje, ruime tent en genoeg kleren voor een week en eten voor de eerste dagen pasten moeiteloos in het wagentje. Je kon nog via de binnenspiegel door de achterruit kijken. Dat was een eis van haar geweest. Gelukkig voor hem konden zijn visspullen nog wel mee, want er was ruimte genoeg. Tevreden met haar bezit, was ze op pad gegaan. 'Whòòòh! Wat een wagen!', riep de vriend uit die de auto voor haar had uitgezocht. Het ding was zo praktisch en snel, dat hadden eigenlijk maar weinigen verwacht. Het werd ook steeds duidelijker waarom de auto favoriet was van de handelaar in het bos.
Nu ze van de snelweg af waren, bleek het autootje heerlijk te rijden. Ondanks het slechte weer en de vele bochten, voelde het nog steeds veilig. Het eten had hen goed gedaan en de stemming was weer wat beter. De twee keken uit naar de komende week, naar de wandelingen, het samen eten en drinken op pittoreske Franse dorpspleinen en de avonden bij een vuurtje.
Voorlopig was het nog niet zo ver. Bij aankomst op de camping maakte het niet uit dat er nog een mooi plekje bij het meer leeg stond, het regende nog steeds. Ze zouden met dit rotweer hun tent moeten opbouwen, want over een ruim uur zou de duisternis intreden. Met regenjassen aan werden de haringen de grond in geslagen. Het was gelukkig een eenvoudige tent om op te zetten en de binnenkant bleef redelijk droog. Nadat de 'self-inflatable' slaapmatjes uit waren gerold en de kofferbak een stuk leger was, gingen de twee tegen elkaar achterin de Suzuki, onder de grote achterklep zitten. Ze zaten droog, op de achtergrond speelde de autoradio nog zachtjes het Spotifylijstje af. Het getik van de druppels werd minder en in de verte zagen ze de laatste zonnestralen van de dag nog net achter de wolken vandaag komen voordat de zon onder zou gaan.
Ja, ze had er wel vertrouwen in. Het autootje had hen helemaal hierheen gebracht. Ze zat tegen de man aan die in de verte iets weg had van de man van haar dromen en de komende dagen kwam het wel goed met de vakantie. Tijdens een buitje konden ze in ieder geval schuilen op een prima plekje: onder de achterklep van haar eerste auto. Het maakte niet uit dat zogenaamde stoere mannen dat ding niet mooi vonden. Het was haar geweldige Suzuki Wagon R+.

zondag 6 maart 2016

Een serie en een einde

Je hoort een spannend muziekje. De hoofdrolspeelster loopt door een duister pand. In het pand is er geen bereik met telefoon, niet mobiel en geen vaste lijn. Ze zit er samen met een vreemde baas. Die zoekt toenadering tot de dame en wil een ontspannen avond. Zij wil dat niet. De beelden volgen elkaar sneller op. Er is iets gaande, zoveel is duidelijk. De kerel in de scene blijkt nu toch wel zeker een vreemde vent te zijn met snode plannen. In zijn samurai-pakje. Je ziet zwaarden, bloed en de hoofdrolspeler, tevens minnaar van de hoofdrolspeelster, met een vals ID op Schiphol door de douane gaan en dat is het. De aftiteling.
Dit kan je niet menen. Het is nog lang niet zeker of er een vervolg gaat komen op dit ijzingwekkende verhaal. De kans is groter dat dat niet gebeurt. Een open einde. Het is verschrikkelijk.
Als pleister op mijn grote gapende wond, die niet herstelt tot het moment dat ik snap wat er in dat gebouw precies allemaal plaats vond, is er een hele nieuwe serie opgestart. Andere stad, zelfde idee. En vanaf aflevering 1 zo verschrikkelijk spannend. Ik wil weten hoe het allemaal zit. Wie heeft wie verraden? Waarom? Wat zijn de gevolgen? Wie zijn de goeien en wie zijn de fouten? Elke afleveringen worden vragen beantwoord, maar nog meer vragen borrelen op. Het wordt ook steeds ingewikkelder met elk lijk dat er gevonden wordt, want de aanleiding voor de moord en het netwerk dat erachter zit worden steeds groter en onduidelijker. De moord op de één maakt de ander direct verdacht.
Zo blijf ik de serie nog wel even volgen. MAAR op één voorwaarde: aan het einde van dit seizoen moet ik weten hoe alles in elkaar zit en anders trap ik er mooi niet meer in. Dan dalen de kijkcijfers van 2.309.357 naar 2.309.356. Ha! Dat zal ze leren. Minder reclame-inkomsten. Hadden ze er maar een einde aan moeten maken. Zoals uit dit fragment uit een populaire Amerikaanse sitcom blijkt, is het gewoon heel vervelend als er geen
Juistem! Zie je! Dat is nogal vervelend. De makers van The Big Bang Theory eindigen ten minste met een grap waarmee alle nog niet afgeronde zaken worden afgerond. Netjes zoals het hoort en zoals Sheldon en ik het willen. Zo kunnen we rustig slapen.
De reclame inkomsten zullen waarschijnlijk de bepalende factor blijken voor het eindeloos lijden. Hoeveel series zijn al niet tot in den treuren gerekt, omdat mensen toch nog blijven kijken en helemaal week blijven worden van McDreamy. Hoe lang duren die co-schappen? Niet zo lang als deze serie, dacht ik. Zelfs de hoofdrolspeler is er uit geschreven. Je kunt wel willen kijken voor McDreamy, maar hij en zijn flitsende Corvette hebben ergens al het tijdige voor het eeuwige verruild. Alleen hij zelf kon de operatie uitvoeren die hem kon redden. Cru.
Als je een serie schrijft over iemand die uitbreekt uit een gevangenis, schuldig of niet, en het lukt hem ook nog binnen één seizoen, wat moet je dan? Prima, het tweede seizoen gaat erover hoe hij de nor weer in draait. Dan kan seizoen 3 ten minste weer gaan over hoe hij uitbreekt. Goed verhaal jongens. Het goede van die serie was: aan het einde van de serie lijkt er iets ontknoopt te zijn. Sheldon en ik zijn gelukkig. Dat zouden ze in Maastricht of Rotterdam ook eens moeten Flikken.
Het tegenovergestelde is echter ook niet zaligmakend. De vijf eindes van The Lord of the Rings maken het wel heel bont. Na de eerste fade-out wist ik ook al wel dat de film was

dinsdag 23 februari 2016

School en onderwijs verschillen

Over het onderwijs wordt enorm veel geschreven. Om maar met een open deur te beginnen. Er zijn enorm veel mensen die er een mening over hebben. Wat op zich behoorlijk vanzelfsprekend is, want wie heeft er nou niet op school gezeten? Niemand steekt nu zijn vinger op, neem ik aan. Dan zijn er nog wat mensen werkzaam bij de club (het onderwijs) en de kinderen van de meeste ouders in Nederland zijn ook gedoemd tot het luisteren naar uitgebluste suffe mensen die eigenlijk niets kunnen en dan maar in het onderwijs gaan werken. Daar heb je per jaar geen vakantiedagen of -weken, nee, die lui mogen er maanden tussenuit. Dan doen ze helemaal niets en ze krijgen er nog voor betaald ook.
Eén van vele meningen is reeds voorbij gekomen. Dit is een mening van 'de buitenstaander', me dunkt. Van alles waar ik over zou kunnen schrijven, blijft het beschrijven van het werk, iets waar je dan toch al snel 40 uur per week mee bezig bent met een 0,8 fte aanstelling, toch wat achter. Een duidelijke reden voor deze ontwijking van het onderwerp is er niet.
Natuurlijk zijn er de tere zielen die ik met mijn maat 46 zomaar plat trap zonder er erg in te hebben. Uit angst daarvoor wordt het onderwerp ontweken. Er zijn de negatieve geluiden, of zoals dat in de volksmond genoemd wordt: de klaagcultuur van de club. Op zich weet ik waar die op gebaseerd zijn, maar om dat nou met anderen te delen? Dat zal niet echt prettig zijn om te lezen. Wellicht kan ik met wat cynisme de werkelijkheid wat door laten sijpelen. Die vakanties zijn vaak nodig om bij te werken en om voor te bereiden. Het moet me niet gebeuren dat ik mijn eigen verhalen zo vaak uit mijn mond heb laten komen dat ik ze zelf saai vind. Dat is nogal een opdracht die ik mezelf opleg met de hoeveelheid parallelklassen die ik momenteel bestier.
"Waar was ik ook alweer met jullie?" Dat is niet meer bij te houden.
"Heb ik al verteld hoe dat zit met dijken of sedimentatie in het rivierkleigebied? Echt waar joh? Nou, dan vertel ik het geen derde keer. Sorry jongens en meisjes".
Net als bij elke andere baan zou het ook kunnen dat je collega's hebt, vooral boven je in de hiërarchie, die je graag in een verhaal zou willen opnemen. Uit carrièretechnisch oogpunt laat je dat, dus over hen zal ik niets bekend maken.
Wat overblijft zijn de momenten in de les. Dat zijn toch meer de 'daar-had-je-bij-moeten-zijn'-momenten. Zoals de leerling die vandaag vertelde hoe een collega op een andere school de grenzen van het acceptabele maar eens opzocht in het volgende (hier geciteerde) dialoogje:
Leerlinge: "Meneer, ik heb bloed op mijn lip."
Docent: "Ach joh, dat gebeurt vaker bij meiden van jou leeftijd".
Intussen is mij bekend dat dit een gevalletje 'over de grens' is, maar als het mij verteld wordt, vind ik dat ik mij naar het bord mag keren om het huiswerk op te schrijven en dan een beetje te gniffelen. Of dat ik het incident op dit podium naar buiten mag brengen. Zo kan je leren van de fouten van een ander. Ik neem me nogmaals voor dat ik voortaan ook maar hard op mijn lip bijten, mocht zo'n inkoppertje de revue passeren.
Als met al verschilt het werken in het onderwijs van de verhalen die ik over school en de lessen kan vertellen. Berichten die gaan over het werken in het onderwijs hebben de klaagcultuur en vooral onderwaardering als thema. Een verhaal over school of over de les vertelt de ervaringen die je hebt als je één van de mooiste beroepen hebt die er zijn. Daarover zal ik nog wel eens een boekje open doen. Laten we beginnen met de Open Dag.

maandag 22 februari 2016

De dag was weer heel Open

Net als elk jaar komen de planten de school in. Net als op elke andere school komt er een manager van een schoonmaakbedrijf controleren of alles volgens afspraak is schoongemaakt. Net als aan de andere kant van het land ruikt het in de gangen naar verf. Die ene keer in het jaar worden de kasten en lijsten aan de bovenkant van het stof ontdaan. De cactussen krijgen hun jaarlijkse druppel water en de spandoeken hangen groot voor de school.
De proeflessen zijn nog interessanter dan de standaardlessen en bij deze school kan je nog meer buiten de les doen. Je gaat op reis! Er staan computers! Je kunt er toneelspelen! Er is WiFi! Als je als school dat laatste niet hebt, ben je als school zeker weten verloren. Voor mensen van buiten het (voortgezet) onderwijs is het moeilijk te geloven hoe belangrijk Wifi is voor de gemiddelde leerling tegenwoordig. Het volgende voorbeeld illustreert dat wellicht:
Aan het einde van het voorgaande schooljaar werden de vakantieplannen besproken.
'Mijn ouders willen naar een camping zonder Wifi!', zegt een leerlinge. 'Dat kan toch niet?! Willen ze me dood hebben?'. Ze moet bijna huilen. Zonder wifi geen leerlingen. Dat zou wel eens een regel kunnen zijn.
De schoolleiding uit zich over de prognose. 'Wij hebben wel/geen* nieuw gebouw, dus zullen we het beter/slechter dan de concurrentie. Een nieuw gebouw zorgt voor groei. Ook dat heeft de historie duidelijk gemaakt. 'Maar wij hebben inhoud/reizen/cultuur/laptops/gedifferentieerd onderwijs/betere docenten/een keurmerk* waardoor wij toch beter zijn.' Spreken zij quasi-zelfverzekerd. Intussen weten zij dat de omvang van de lumpsum op het spel staat, dan het gaat om het winnen van klanten en het kunnen blijven bieden wat we nu doen. 'Dus straal dat vertrouwen dan ook uit.' Spreken zij toe op een toon die een aanzienlijk deel van dat vertrouwen in twijfel zou trekken.
Maanden van voorbereiding gaan vooraf aan deze dag. Er wordt een folder gemaakt van 'glossy' papier. Die ziet er net zo gelikt uit als een brochure voor een auto in de jaren '90. Hierin spelen lessen geen rol. De dagelijkse praktijk van een school is duidelijk bijzaak. Je gaat naar school om toneel te spelen, te zingen, te fotograferen, een keer op schoolreis te gaan, te sporten, op een computer te werken en om een reageerbuisje boven een vlammetje te houden. De lessen doen er, zoals gezegd, niet toe. Op elke school werken gedreven docenten. Waarom zou je anders docent worden? Op elke school staat er een leraar voor de klas, met een bord achter en een beamer boven zich. Op elke school staan de dingen die je moet leren in boeken. Op elke school moet je je de stof eigen maken door opdrachten te maken, door te leren en door dingen te herhalen. Daar onderscheidt je je als school niet mee.
Het is mooi om te zien hoe de school eigenlijk de jaarlijkse grote beurt krijgt. Op dat moment ziet het gebouw er het beste uit en is het weer klaar voor een jaar stof vangen. Het biedt het plaats aan stapels oud-papier dat op een container wacht en de muren zijn zo mooi wit dat ze er om vragen om beschreven te worden.
De dag zelf is een waar feest. Docenten zien er op hun best uit. Zoals de Albert Heijn ruikt naar vers gebakken taart of brood, zo moet ook op school de geur van eten klanten trekken. De potentiële klanten worden door de meest enthousiaste leerlingen rondgeleid door lokalen waarin tafels ineens in groepjes staan in plaats van in de 'busopstelling'.
Het feest komt tot een einde door een speech van de rector waarin verteld wordt hoeveel mensen zich alleen op deze dag hebben ingeschreven, wat dit betekent voor de verwachte inschrijving aan het einde van de inschrijfperiode en iedereen zie zo enthousiast een bijdrage heeft geleverd op deze fantastische dag wordt bedankt. Iedereen applaudisseert voor elkaar en gaat moe naar huis. De voldoening komt in september, als we weer een lading vol met enthousiaste eerstejaars hebben die je alles kunt wijs maken. En ook dat is eigenlijk op elke school hetzelfde.

maandag 15 februari 2016

Lang niet gezien, geschreven.

‘Waar blijven je verhalen? Ik zie niets meer op Facebook.’ Of: ‘wat vond ik het leuk om dit te lezen, waarom doe je dat niet vaker?’ Dikke complimenten over iets wat ik graag deed. Er zijn tijden geweest dat er een wekelijks verhaal ergens online kwam. Dat waren nog eens tijden. Dan zat ik in mijn eentje in een hoge smalle kamer in het centrum van Breda onderuitgezakt met een toen nog redelijk nieuwe MacBook Pro op schoot in zo’n wipstoel die oneindig vaak kan buigen van het Zweedse woonwarenhuis. Met de productiviteit van het schrijven is het vervolgens net zo gegaan als met de accu van de bewuste computer. Als nu het draadje van de voeding niet goed aansluit, valt het ding direct uit. Er zit ergens een breuk in het draadje waardoor de spanning soms ver te zoeken is achter dat ding. Maar hij doet het nog. De bewuste stoel waar ik ontzettend veel onzin in heb verkondigd via de digitale kanalen staat in de kamer hiernaast. Die dient nu een heel ander doel: het is de ideale stoel om het kind te voeden of het in slaap te wiegen. Daarna is de stoel leeg. Je kunt daar niet met een niet werkende laptop op schoot gaan zitten terwijl iemand daar wil slapen.
De avonden worden ook niet meer in mijn eentje doorgebracht. Het is nog steeds heerlijk om op avonden dat de partner er niet is, even flink los te gaan op een toetsenbord zoals dat nu ook kan. Ze is de stad in. Niet aan het stappen, maar met vriendinnen aan het eten. Dan zwaait vader de scepter in huis. Het kind kijkt dan geen oude Tic Tac afleveringen of ‘Brandweerman Sam’. Gisteren heb ik haar op het moment dat ik in de keuken bezig was, laten kijken naar de Grand Prix van België uit 1998. Er zijn niet heel veel Grand Prix die in goede kwaliteit online staan en dan ook nog echt het aanzien waard zijn. Je moet daarvoor terug naar races van voor 2014. De race in België in 1998 was er echter één die de kleine wel kon bekoren. Een startcrash waarbij 14 auto’s betrokken zijn, houdt de aandacht wel vast en zorgt ervoor dat ik bij het aanrecht veelvuldig het woordje ‘auto’ hoor roepen. Alleen dat al zou eventuele twijfel of ik de vader ben al weg moeten nemen en een DNA-test overbodig maken. Helaas voor de persoon in kwestie verbergt het uiterlijk ook de afkomst niet. Al wordt het aangezicht wel beter nu de afkomst van moeder wat doorschemert.
Waarom schrijf ik niet meer? Om de reden hierboven. Jonge ouders hebben een onweerstaanbare drang om altijd over het kind te praten. Erger nog: het kind wordt ook vaak opgehemeld of er worden details verteld waar niemand op zit te wachten. Tot de inhoud van de luier aan toe. Nou, die is echt het delen niet waard. Net zo min als dat ik …  Ach laat maar zitten. Het boeit gewoon niet altijd en iedereen. Naast het gegeven dat zo’n kleine nogal wat aandacht vraagt, is ook de tijdsinvestering nogal groot. En je krijgt er zoveel voor terug. Clichés zijn er niet voor niets, maar intussen is er wel een hobby die weg erodeert. Het is dan maar goed dat het kind eerder op bed ligt dan de schrijver.
Dat wil niet zeggen dat er direct lange verhalen zullen volgen, want nadat de mini-tornado te bed was gegaan, bleek beneden echter het decor van een rampenfilm over een storm op mij te wachten om op te ruimen. De fietskar moest weer in elkaar omdat… Jeetje. Het blijft maar over het kind gaan.
Een andere reden om niet te schrijven: Facebook. Dit is het kanaal waarop in het verleden de verhalen van mijn verhalen site de weg de grote wereld in vonden. En hoe je het ook went of keert, Facebook is voor mij in ieder geval wel, over het hoogtepunt. Wie deelt er nog echt iets op Facebook? Veel mensen zijn passief opportunistisch gebruiker. We kijken wat anderen er op zetten. De enigen die er iets op zetten hebben daar commercieel belang bij en die berichten laten vaak inhoudelijk best te wensen over. Wellicht zijn er dus wel berichten online gekomen, maar dat heb ik niet tegen Facebook gezegd. Facebook is eigenlijk net wat de megafestatie in de jaren ‘90 en de Sex and the City-films in de zeroes waren: één lang reclameblok. Een reclameblok dat opgezocht wordt zelfs. Hoeveel mensen zappen niet weg tijdens een reclame op tv? Gaan dan naar het toilet? Maar ze kijken dan wel op het commerciële medium uit Palo Alto.
Daarbij komt dat in de loop van de tijd zoveel mensen toch op één of andere manier via via je kunnen bereiken. Leerlingen die toegelaten zijn in de tijd dat Facebook nieuw was kunnen nog steeds zien wat ik doe. Daarom doe ik heel weinig. Zelfs mijn Strava-resultaten deel ik niet op Facebook. Of die deel ik juist niet op Facebook. In veel gevallen zou dat ook kunnen. Er zijn ook oud collega’s en medereisleiders uit het vorige leven die wellicht helemaal niet op dit soort verhalen zitten te wachten.
Die mensen hebben meerdere keuzes: 1. klik niet op die link. 2. Ontvriendt me uit je lijst. Als je dit tot hier hebt gelezen, vraag ik me af of je het echt niet wilt lezen. Ik vind je in ieder geval een doorzetter, omdat je dit stukje tekst al hebt doorgeploeterd om tot hier te komen.
Het begrip ‘vriend’ begint in Facebookarme tijden weer de betekenis van weleer terug te krijgen. Maar ook als je ‘gezellige kennis van vroeger’ bent, blijf dan lekker hangen in mijn vriendenlijst. Wellicht zal ik je wat vaker van dit soort pleelectuur voorzien. Mocht er niets leuks op je tijdlijn staan, het nieuws van de NOS-app niet nieuw zijn en je WhatsAppberichten te kort zijn, heb je altijd dit nog. En ja, er zijn mensen die dit leuk vinden en er zelfs indirect om vragen. Wie dat zijn… Dat is voor mij een weet en voor u een vraag.
Het was een ‘lange tijd niet gezien’, eens kijken of daar verandering in kan komen.