woensdag 25 juli 2012

Nulletjes, eentjes en Ethiopisch eten

'Dus hier wonen al die nulletjes en eentjes...' Terug in stedelijk gebied na twee weken in het bos en op des werelds grootste kermis rondgereden te hebben. Het is nogal een opgave. Cordaat wordt er genavigeerd. Alleen de aanwezigheid in Palo Alto is al een hoogtepuntje voor de geeks in de auto. 'Whooo, hier komen Facebook, Google, Xerox, Microsoft en dat soort dingen vandaan.' Het stadje is nog het aanzien waard ook. In een redelijk droog gebied is het gelukt veel groen te creeren. In al het frisse groen liggen mooi verzorgde tuinen met aardige huizen. In de stad nog niet eens buitenproportioneel groot, zoals we eigenlijk wel verwacht hadden.
Op zondagochtend is het druk in het centrum. Restaurants en wat ze in Amerika Bakery's noemen zitten afgeladen op een mooie zondagochtend. Wij strijken neer in onze huiskamer met twee dubbele espresso's en een cappuchino. We gaan op zoek op internet naar een tourist info voor een 'computergekkentour' en het begin van de wandeling over de San Andreasbreuk.
Die breuk verbergt zich goed. Wetenschappers moeten het doen met enkele bijzonder subtiele aanwijzingen in het landschap. Zo lijkt een vlak stuk in een helling op een terras in het Zuid-Limburgse heuvelland, het markeert echter een van de meest actieve en destructieve breuklijnen ter wereld. Het is bizar je te realiseren dat je linker en rechterbeen op verschillende aardplaten kunnen staan. Het is daarom des te jammer dat je de gevolgen daarvan alleen goed in beeld kunt brengen met ingestortte wegen en gebouwen, ingezakte huizen en hier en daar een fikse brand.
Naast ons in de Starbucks huiskamer spreken we een lokale professional. Hij zit naast ons telecommunicatiesoftware te schrijven op zijn MacBook. Zou hij niet goed genoeg zijn om voor een van de grotere spelers te werken? Is de retorische vraag die we ons in de auto stellen. Het antwoord blijft in de lucht hangen, maar we denken dat we geen medelijden met de man moeten hebben en zijn kerstboom hoger en glimmender zal zijn over een maand of vijf. Maar hoe vet is het; dat wat mogelijk maakt dat we over een half jaar nog beter kunnen bellen werd gewoon even op zondagmorgen gemaakt, naast ons in de Starbucks terwijl er wat van die Europese toeristen de weg vragen. Als je binnenkort geen goede verbinding krijgt, bied ik bij deze alvast onze excuses aan, wij haalden de beste man uit z'n concentratie.
We verlaten het dorp met de constatering dat die nullen en eentjes ook hun weg naar de loonstrookjes vinden. Het winkelcentrum heeft aanzienlijk meer elan en vooral dure winkels dan de gemiddelde suburbane winkelgebieden die we de laatste dagen bezocht hebben om de Safeway van afzetterij te betichten. Met deze prijzen en dergelijke grootverpakkingen is de oorzaak van overgewicht in de lagere sociale klasse heel gemakkelijk aan te wijzen. Met een nieuwe misoogst in het midwesten van de VS en bijbehorende prijsstijgingen zal daar nog geen verandering in komen.
De laatste camping waar we staan is de mooiste. Daar kunnen we kort over zijn. De Nederlandse parkrangster vraagt of we een plek met uitzicht of bij het toiletgebouw in de buurt willen. Omdat we onze wandelschoenen bij ons hebben, verblijven we de laatste nacht op een helling met uitzicht op een meer, mooie heuvels en daarachter gromt het monotome geluid van 'de stad'. Alle voorsteden van San Fran laten zich continu met een brommende toon op de achtergrond horen. Ook de sterren laten het door lichtvervuiling afweten. Maar wat een mooi plekje is dit. We luiden het kampeergedeelte uit met brood, groentenpakketen die smoren aan de rand van ons vuur en vlees dat op het rooster pruttelt. Genieten 2.0.
De laatste dag gaan we sightseeing SF doen. Brug, pier, soep en madames trui is zo vies dat ze een nieuwe wil voor in het vliegtuig. Hij moet een beetje mooi zijn en San Francisco erop hebben. Lopen we daar toch tegen de Bubba Gump Shrimping company aan. Zojuist in het vliegtuig nog even de bijbehorende film (Forrest Gump, met Tom Hanks, 1994: als je die nu nog niet gezien hebt, stop je nu met lezen streamt, download of koopt de film, kijkt hem, droog eventueel je tranen af en zeg dat het een mooie film is) gekeken. Het blijft een parel, mooi, grappig en vol wijze levenslessen. 'That's my boat', zoek de quote op in de film en lach. Bekendst is natuurlijk, en daar komt hij voluit: 'Live is like a box of chocolates, you never know what you're gonna get'.
Het laatste avondmaal vindt plaats bij de Ethiopier. Voordelige aanbeveling van de LP. Tante Es helpt ons aan een platter for three en alles wat we krijgen is een zure pannenkoek op een bord als bestek. We kunnen weer een eerste keer afvinken. Eten bij de Ethiopier is lekker en leuk. Je vouwt van je stukje pannenkoek een 'happertje', hapt daarmee wat prut van een schaal en stoot dat in je mond. Vervolgens kauw je, kom je erachter dat je mond in brand staat en je blust met de halve liter water die al op tafel was gezet en je afvroeg waarom. De rest van de avond lijk je op het draakje Zwelgje uit Ollie B Bommel en komt er een vlammetje uit je mond bij elk boertje.
We keren nog heel even terug naar Tante Es omdat de sleutel van de hotelkamer nog voor de deur van het restaurant lag en gaan op tijd terug naar het hotel. We krijgen een wake-up call om 04.00 uur. En ja, nu zijn we gaar.

dinsdag 24 juli 2012

De eerste keer thuis in Starbucks

Het blijft je thuis. Starbucks. In alle eerste keren die we deze reis meemaken, moet ook Daniel dat erkennen voor de eerste keer. Het is waarschijnlijk dat het niet zijn eerste keer bij Starbucks is, ook al komt hij er niet graag. De koffie, zeker in de VS, is er slap en ze doen er allemaal zoete en vette dingen mee. Dat is eigenlijk helemaal niet lekker, of lekker op dezelfde manier als dat een Big Mac lekker is. Heel even veel en vet en zoetig en daarna denk je: 'Oei, had ik dat wel moeten doen. Dat wordt weer een balans half uurtje.' Een balans dag is maar voor weinig Amerikanen weggelegd. Je gaat ook helemaal niet voor de koffie naar Starbucks. Wellicht voor de oatmealcookies of voor de Very Berry Hibiscus Trenta (da's een liter, inclusief ijs, dat wel) with light ice. 'My name?' 'Henry', zeg ik dan maar. Als ik mijn echte naam zeg, wordt ik spontaan omgebouwd tot het meisje uit het liedje van de Beatles. Van Jolien maken ze Yollie. Naar Starbucks ga je nog steeds omdat het je mobiele woonkamer is. Of dat het nu midden in de winter is in New York, voorjaar in Utrecht, herfst in Melbourne of zomer in Las Vegas, overal ruikt het hetzelfde, staan dezelfde soort meubels, draait dezelfde soort muziek, zijn de toiletten redelijk en hangt er draadloos netwerk. Dan kan je toch even je verhalen online zetten, constateren dat het nog steeds komkommertijd is en een cabaretprogramma downloaden op iTunes, zodat je een rit van 7 uur wat gemakkelijker, eigenlijk schaterend van het lachen door komt. Zo zijn wij van Vegas naar de kust getrokken. Gegrinnik en gelach naast en achter me door Harrie Jekkers. Het mooie, wellicht het mooiste van kind zijn, is dat je veel dingen voor de eerste keer meemaakt. Deze reis laat ons weer jong voelen. Daniel erkent voor het eerst dat Starbucks stiekem best een prettige plek is. Daar blijft het niet bij, we zien onderweg een tornado. Een tornado! Wel een kleintje, op een kilometer afstand, maar een tornado! En dat terwijl we nog bijkomen van de vorige eerste keer: een casino. Nog nooit geweest. De avond voor het casino probeer ik ook iets voor het eer\st te doen. Voor Jolien kan er ook weer een eerste keer aan het lijstje toegevoegd worden. Na rijden in Deurne, Utrecht en Nijmegen, kan er nog, of juist de eerste echte wereldstad aan het lijstje toegevoegd worden. Jolien rijdt ons soepel en semi-trefzeker naar het centrum van deze stad. Vijf of zes banen breed, links en rechtsaf, niets is haar te dol. De campingplekken in de VS zijn geweldig en bieden mij de gelegenheid voor een eerste keer. Ze zijn groot, hebben in berengebied een bearbox, wat gewoon je voorraadkast is. Er staat altijd een picknicktafel, dus je kunt je eigen tafels en stoelen thuis laten. Een kampeerplek in de VS is veel meer dan een stukje gras en de mededeling: zoek het maar uit. Zo zit er ook altijd een kampvuurplek bij. Het lijkt een soort eerste levensbehoefte, want op sommige campings zijn we de enigen geweest die geen rokend warmtebronnetje had op een koude bergavond. Dus ik hout halen en vuur maken. Makkelijk was dat niet, want het hout was nogal groot. Net als de bijl die ik van een campinggenoot leende. Enorm! In een jaar met wat moeilijke mensen tegenover je, is het vrij gemakkelijk om je agressie jegens hen bot te vieren op een stuk dood maar taai hout. En zo, na 13 jaar Vinea kampen, 7 maanden in een huis met open haard en nog vele andere kampvuurgelegenheden, heb ik volgens mij nu pas echt zelf een kampvuur gemaakt. En hij doet het goed.

Harry Potter snoep aan de westcoast

Met z'n drieën zitten we op een bankje aan het water. We kijken uit over de Grote Oceaan en hopen, tussen alle bootjes, kano's en golven door, vanaf het bankje een walvis te zien. Al is het maar zo'n fontein die dat ding omhoog spuit. Daarmee zou onze lijst 'rare-dieren-die-we-in-het-wild-tegen-zijn-gekomen' nog langer worden. Het wachten duurt lang, we turen en turen. Intussen houden we ons, uit verveling bezig met het heel mooi fotograferen van hele lelijke krijsende poepmeeuwen. Dat niet alleen, we zijn zojuist, voordat we op het bankje zijn gaan zitten het centrum van Monterey in gelopen. Dit is wat het dichtst bij een leuk badplaatsje komt op de Amerikaanse manier. Dikke hotels, check. Starbuck, check. Een pier, check. Iets om van die pier af naar de te kijken, check de zeehonden en pelikanen. In het winkelstraatje zat een snoepwinkel met zulke felle kleuren, dat je er wel naar binnen moet. De tonnen met toffees stralen je tegemoet en je moet ze gewoon hebben. Ze hebben ze in alle smaken. Van appeltaart tot waardering (appriciation) en mango-perzik tot de amerikaanse vlag. Die laatste twee lijken nogal op elkaar. In snoepvorm dan. Ze smaken heel kort heel zoet, maar al snel heeft zeker 'Amerika' geen smaak meer. Redelijk realistisch in onze ogen in deze omgeving. Gisterenavond hebben we moeten bedelen. Nergens meer een kampeerplek te vinden. De Amerikanen hebben weekend en gaan massaal kamperen, zeker als er rodeo in het dorp is. Wij terug de Highway 1 op om opnieuw van de meest schitterende vergezichten te genieten. De zon zakt en het licht is prachtig. 4 campings verder is het licht nog mooier, maar kost het veel meer moeite om ervan te genieten. Waar de dinges gaan we slapen? Na een overleg volgt een overleg. Dan denken we na en overleggen we nog even. Tijdens het volgende overleg, besluiten we tot nader overleg op een nader te overleggen punt en tijdstip. UIteindelijk wordt er geopperd om bij mensen te vragen of we een campingplek kunnen delen. Scheelt hun geld, ons frustratie en het levert een kampeerplek op. Gelukkig zien we een stel Zwitsers. 'If we were you, we would have been so happy. We can imagine how you feel, so of course you can stay here'. Toffe lui die Zwitsers. Zeker omdat we ook nog hun overgebleven bijzonder smaakvolle pasta moeten opeten en ze ons van allerlei andere dingen aanbieden. Wat fijn dat er dat soort mensen zijn. Andersom hadden ze ook bij ons mogen staan natuurlijk, maar dat was niet nodig. Nu hebben we een andere campingplek geclaimd, vroeg in de morgen, waardoor we op het gemak op pad kunnen. Monterey is aardig, maar niet bruisend en zo komen we terecht op het bankje. Omdat we de verleiding van de snoepwinkel niet konden weerstaan, ligt er een zak toffees tussen ons in. Hierin zitten de smaken die ons in de winkel aanspraken, maar de smaken staan niet op de verpakkingen. Het wordt Harry Potter snoepen all over the place. In de film/de boeken eten Harry en zijn makkers snoepjes waarvan ze op het moment dat ze de monden ingaan niet weten wat de smaak is. Dat hebben wij ook! We mikken gele, groene, roze, bruine, blauwe en paarse dingen ons mond in, zonder te weten wat te verwachten. Wat je wel kunt verwachten, is dat niet alles even goed bevalt. Vooralsnog span ik de kroon met een weeig zoet ding met peper er in. Peper! In een snoepje! Waar denken die Yanks dat ze mee bezig zijn! Zo meteen eet een kind ze. En dan? Om de smaak weg te werken, pak ik er nog een. Ook vies. Okee, nog eentje dan, om het af te leren en omdat ze niet allemaal vies kunnen zijn. Toch wel. En zo leer je het inderdaad af. Wat een avontuur. Snoepjes eten. Die walvissen kunnen het mooi bekijken. Wij gaan naar Santa Cruz, home of our favourite old school surf brand O'neill. Trui kopen. Check.

zaterdag 21 juli 2012

Las Vegas: Met piepende banden weg

Wooow! Met open ogen en kramp in de nek van het om ons heen kijken lopen we door des wereld grootste kermis. Kermis meets megafestatie meets Scheveningen in hoogseizoen. Kan het toeristischer? Geen idee, maar de hele stad bestaat door toeristen en door die toeristen zo snel mogelijk zoveel mogelijk geld uit de zak te kloppen. Hiervoor is er geschommeld met de prijzen. Hotelkamers zijn relatief goedkoop, net als alcohol, maar eten en eigenlijk de rest is duur. En goed duur ook.
Het is de ideale plaats voor merken om een merkenwinkel te hebben. Hierbij is er geen welstandscommissie die invloed heeft op hoe je gebouw er uit ziet. Dure merken hebben dure architecten losgelaten die kwistig met staal, aliminium, glas en hout aan de gang zijn gegaan. Verder zie je kastelen van papier mache, of een gevel in de vorm van een Coca Cola fles naast eev gevel gemaakt van twee M&M poppen. Wat een superwinkel is dat! Alles, maar dan ook alles van de ronde minichoco's is er te krijgen. Wil je een op elke tiet een M? Koop een M&M bikini. Een boxershort met de tekst completely nuts? Check. Speelgoed, een raceauto en een bak M&M's met in plaats van M's, je eigen tekst er op.
Alleen dit was de lange rit door de woestijn al waard. We hadden een aardige inschatting gemaakt van de rit, dus tamelijk relaxed stappen we Henry uit en de hitte in. Meer dan 100 graden Fahrenheit. Heet! Maar anders heet. Vroeger als er geklaagd werd over de hitte in Nederland, dat die zo drukkend was, werd er gezegd: 'en dan zijn er mensen die voor de lol deze hitte in Zuid-Frankrijk opzoeken.' Eigenlijk was het daar ook zweten. In Las Vegas niet. Ook omdat je er rekening mee houdt en altijd de roltrap pakt in plaats van de gewone trap, met de gedachte 'kom nou, t is veertig graden'. Maar na even gewend te zijn gaat het echt.
Het is een gekkenhuis. Wat er gedaan is om mensen te lokken en te herbergen. Langs the Strip zijn de hotels enorm. Echt enorm enorm. En aangekleed met de grootste onzin: delen van Parijs, Venetie en het oude Rome zijn op schaal nagebouwd, er zijn waterpartijen en alles wordt gescheiden door een weg van twee keer zes banen breed. 's Avonds gaan de lampjes aan en is alles fel gekleurd verlicht.
In de hotels is er maar een kleine foyer en receptie. Dat zou zonde zijn van de ruimte! Dan kan je minder gokkasten kwijt. Die hotels zijn vol met gokkasten en tafels. Hier en daar verspreid is er dan een luxe of minder luxe restaurant, toiletten en een bar. In de bar zit dan wel weer een gokkast en aan de muur hangen tv's met sportwedstrijden, zodat je ook op wedstrijden kunt gokken. Op de achtergrond speelt muziek die echt niet willekeurig gekozen is (You've got the rightto party van de Beastie Boys), drank is er goedkoop, want dan ben je gemakkelijker te verleiden nog wat in de machine te gooien en alles is perfect uitgelicht.
Alsof alles niet genoeg is en de M&M's winkel nog niet genoeg was naast Gucci, Prada en Armani, heeft het Bellagio hotel de attractie. Die fonteinen die ook in het einde van Ocean's Eleven zitten. Er wordt een paar minuten lang een enorm show van water gegeven. Die dingen zijn echt heel erg hoog en het hele zwembad is enorm. Het is echt vet om te zien. Maar je zou maar eend zijn en net over zo'n fonteinding zwemmen... Die zitten namelijk net onder water.
Vet om te zien zijn ook de mensen. Wat dat betreft is het echt een kermis. Het klinkt wellicht snobistisch, maar het is een beetje ordinair. Er zijn wat rondreizende toeristen die hier een dag rondlopen en hun ogen uitkijken, maar er zijn er ook die naar Vegas komen om de tijd van hun leven te hebben of er uit routine komen. Geld wit wassen schijnt hier aardig te lukken. Het is gewoon ordinair volk. Stijl, fatsoen en gratie zijn hier net zo op hun plek als regen, wolken en zuinige auto's. De rijkeren zijn de nouveau riche die 'm even flink uit de broek laten hangen en met hun glazen wijn over straat lopen. Papperige kerels met hun overhemden uit hun broek over de buik gedrapeerd. Hun vrouwen, rokend met moeilijk veel make-up op en een arrogante blik in de ogen. Ze lijken geen idee te hebben van wat er in de wereld speelt, zeker niet in de wereld die niet om hen draait.
Omdat wij mentaal op het ergste voorbereid waren, viel het reuze mee en werd geen van ons chagrijnig. Het voelde alsof je in de dierentuin loopt en een versie van Madurodam gemaakt door iemand die op school niet heel sterk was in dingen op schaal tekenen en berekenen. Ga nooit met deze persoon in een auto zitten als hij vraagt of je 'even' mee gaat een stukje rijden. Hij rijdt van Vegas naar San Francisco alsof het niks is. En geloof me dat is het niet. We hebben er vier dagen voor uitgetrokken en hopen vandaag alweer de woestijn uit te zijn. Nu. Nieuw met extra gast. Gisterenavond hebben we Daniel opgehaald van het vliegveld, hebben hem ook laten genieten van een momentje Vegas en nemen hem mee tot SF. Maar wat een ervaring was Vegas. 1x, nooit meer en met piepende banden weg.

woensdag 18 juli 2012

Van onze gastredacteur: Lekker wassen in de bossen

En daar zit je dan, op een camping ergens vlak voor de uitgang van het seqouia nationaal park. Een tussenstop voor de enorm lange overtocht door de woestijn morgen. Na een paar dagen in het groen begint het hier al steeds meer woestijn te worden. Het is er droog, dor, de omgeving ziet er geel uit, en overal ligt stof. Stof kennen ze goed hier in californie. Na een week op de camping zit het echt overal, op de auto, in de auto, je handen, je voeten, je haar. En dan het fijne van de campings hier: net zo droog als de woestijn. Weinig tot geen stromend water te bekennen. Wc's soms met flush functie, maar er zijn ook veredelde dixies. Om over douches nog maar niet te spreken, met geluk kun je na een uur in de rij gestaan te hebben gebruik maken van de algemene douches in de village, mits ze geen rare openingstijden hebben en je op dat moment net midden in een trail zit. Ondertussen wordt je haar zo vet dat je er een fietsketting mee kan smeren, dus op een koude ochtend op de camping met water (koud natuurlijk) toch maar een poging doen onder de kraan. Voor de rest van het lichaam hebben we gelukkig de heldere bergmeertjes en riviertjes die met plezier het stof van onze lichamen spoelt, en komen we toch enigszins schoon de dagen door. Buiten het sanitair zijn de meeste campings genieten, standaard een picknicktafel waaraan je je op de vuurplek gemaakte maal kan opeten. Het zijn voornamelijk enorme plekken waarop ons kleine tentje nog kleiner lijkt en ze hebben een bearbox om je voedsel beervrij in te bewaren. Die beren, ze schijnen hier veel te zitten, maar buiten die ene in de verte bij lake tahoe heb ik ze (gelukkig) nog niet gezien. Eekhoorns des te meer, zeker op deze camping lopen ze met honderden tegelijk rond. Overal schieten ze heen en weer op zoek naar voedsel, en krijg je het idee dat de bearbox meer voor deze beesten bedoeld is. Maar ze zien er wel schattig uit. Wist je trouwens dat ze ook enorm goed zijn in fluiten?

dinsdag 17 juli 2012

Henry de Ford

'Pick any car in that line over there and than you can driver over there. The keys are inside.' In een parkeergarage achter het vliegveld van San Francisco staat een rij auto's in de compactklasse. Allemaal auto's die in West Europa niet en in de rest van de wereld wel veel verkocht worden of zelfs als taxi gebruikt worden, zoals de Toyota Yaris sedan. Met kont, euhm kofferbak dus. Een Nissan Verso en een nieuwe Ford Fiesta (die mooie) met kont. Helaas is de eerste net vergeven aan een ander stel met grote rugzakken. Ik speur de rij af en Jolien ziet er gelukkig nog een staan! Onze auto voor de komende dertien dagen is in ieder geval mooi en heeft een behoorlijk grote kofferbak. Ondanks dat onze Fiesta die in januari in Zeist in brand is gestoken tergend langzaam en daarmee ook oncomfortabel was, kiezen we aarzelend vol overgave deze grijze. We gunnen Ford het voordeel van de twijfel en denken dat ze zeker in de VS, land van grote motoren, geen auto met een grasmaaiermotor verkopen. Een blik op het interieur zorgt wel voor twijfel: een automaat. Nu hebben ook de Yarissen allemaal een automaat, dus blijven we bij de Fiesta. En ja hoor, de motor is nu goed maar de bak zo gezapig als een biscuitje na een minuut in de thee gesopt te zijn. Er zit een 'L' op voor trekkracht, een soort lage gearing en een 'we-rijden-in-de-bergen'-knopje. Daarmee komt het uiteindelijk meer dan goed en rijden we veel comfortabele kilometers en mijlen, maar het voorkomt niet dat de motor het soms uitschreeuwt bij meer dan 5000 toeren. Voor niks. Knopje indrukken, pook anders of voet van het gas en na een seconde of 3 snapt de auto wat de bedoeling is en zoeven we lustig verder.
Op de campings is de Fiesta die we tot Henry de Ford hebben gedoopt een beetje de tomaat buiten de sandwich. Ons dak is ongeveer zo hoog als de motorkappen van de pickups die geen trekhaak hebben, maar hun mobiele flatgebouw voorttrekken door een enorme koppeling in de laadbak van de pickup. Die trailers zijn enorm. Vier meter in hoogte en de 3 meter in de breedte wordt nog breder als er delen uitschuifbaar blijken te zijn. Die dingen zijn grote dan de woonruimte die wij hebben in ons nieuwe appartement. En het kan nog groter. Denk je achter een touringcar te zitten, blijkt het zwart paarse gevaarte een camper. Zo groot als de bus waarmee Vinea naar de Pyreneeën en verder rijdt.
Bij alle ontwerpen blijkt dat aerodynamica in Amerika een vreemd soort Griekse investering blijkt te zijn. Om dat statement kracht bij te zetten, worden fietsen voor op A-team busjes gebonden en regeert vierkant. Maar goed, als ze hier niet aan wolken, laat staan regen, doen, waarom dan wel aan stroomlijn? (Het heeft niks met elkaar te maken, het is gewoon fijn als het op vakantie heeel lekker weer is en thuis (nog?) niet.)
En daar komen wij, Henry, Jolien en ik. We hebben een tenje van 1.20x2.00 meter. Henry slaapt buiten. Klaar voor een nieuwe rit, waarin we genieten van airco, cruise control en aansluiting voor de iPhone. Radio daar doen ze niet aan. Net als aerodynamica en rotweer, had ik dat al gezegd?

Altijd zondagmiddag

Het is hier altijd zondagmiddag! Niet iedereen rijdt in een Nissan Micra, maar ook in hun pick-up trucs zijn ze niet vooruit te branden. Natuurlijk was ik al mentaal voorbereid op het langzame rijden in de VS, maar als het dan echt zo erg blijkt te zijn, valt het toch tegen. En je kunt nergens inhalen in de Nationale Parken. Kruipend gaan ze door bochten om vervolgens hun hybride V8 vol de sporen re geven voor een kort recht stuk om vervolgens te remmen voor een bocht; het leukste van autorijden.
Verder zijn de lampen raar. Mistlampen kennen ze niet, voor en achter niet, de remlichten zijn ook knipperlicht, dus moet je eigenlijk wel afgeremd zijn voor een bocht, omdat anders je remlichten wisselend links en rechts oplichten.
Op een kruispunt mag degene die het eerst aankwam, het eerste oversteken. En anders komt er iemand in een hesje het hele zaakje in het honderd sturen.
Parkeren is voor die arme Yanks ook een hele truck. Die pick-ups zijn zo moeilijk groot dat ze al enorme parkeerplekken hebben, heerlijk voor een Fiesta, maar voor een jeep met parkeersensoren en een Amerikaan achter het stuur een flinke uitdaging. Je houdt er op een parkeerplaats continu rekening mee dat emnsr tegen je aanrijden. Zeker als het om mensen rond de aow gerechtigde leeftijd gaat, lijken verkeersregels en inzicht volledig verdwenen.
Het is misschien daarom maar goed dat je met snelheid slak of schildpad dit land door moet. Je moet er niet aan denken wat er gebeurt als ze met 80 in plaats van 50 over een mooi gladde provinciale weg gaan. Het is net als zondagmiddag in Nederland. Als er iets grijs voor je rijdt, ga je snel 20 km/h te langzaam. Als al die mensen dan hier gaan wonen, zijn ze helemaal thuis. Het is alleen jammer dat je nu minder van het land kan zien. Afstanden worden enorm als er in je dashboard staat: 38 m/h average.
Het mooie van dit alles is, dat we veel moois van dit land mogen en kunnen zien. Tijd zat om het te bekijken en in de woestijnen, waar toch weinig te zien en te sturen is, mag ke harder. Niks aan de hand dus.

Het ontdekken van Nationale Parken

Een fijne vent, die John Muir. Hij schijnt degene te zijn die de moeilijk begaanbare gebieden in Amerika heeft ontdekt. Hij was degene die als eerste in zijn vrije weekend per pick-up truck de suburbs verliet en in Kings Canyon, Yosemite of Sequoia zijn hond ging uitlaten. Op cowboylaarzen, met een cowboyhoed en een lange baard liep hij dagen door valleien en beschreef wat hij zag. Eigenlijk hetzelfde als wij nu zien, maar dan zonder toeristen, tenten, restrooms bij elke dikke boom en de pickup trucs. Net als wij nu, zal hij het toen zonder douches gedaan moeten hebben. Elke dag zwemmen biedt een erg (te?) verkoelende oplossing. Je kan dan alleen je haar niet wassen, maar je voelt je wel verschrikkelijk stoer als je het water van twee centimeter koud getrotseerd hebt. Met 85 graden Fahrenheit en een luchtvochtigheid van 2% heb je in ieder geval geen handdoek nodig. Wat voor een weer zal het nu in Nederland zijn?
Hij volgde eerst eekhoorns, vervolgens hagedissen, daarna beren om uit te komen bij ratelslangen. Hij werd er niet voor gewaarschuwd, wij wel en vermoeden dan ook dat het lompe geritsel in de struiken een beer was. Een ratelslang beweegt geen hele struiken.
Rare dingen trouwens, ratelslangen. Hoe zou dat gaan. Je komt je ei uit, moet dan eerst direct je ei kwijt en gaat eens een rondje kronkelen. Geen idee wat je moet eten die dag, maar je ziet een lekker hondje lopen en gaat met hem mee kwispelen. En dan hoor je het: het einde van je lichaam is hard. Het bestaat uit delen die geluid maken als ze tegen elkaar komen. Je verraardt jezelf ten opzichte van die lekkere puppy die je diner had moeten zijn en bedenkt je wanneer zo'n ratel nou handig is. In het stadion, tijdens een goede sportwedstrijd. Je hebt je ratel bij je. Als je boos bent en trilt van woede, weet iedereen dat gelijk. Of je wordt opgewonden van een vrouwtjes slang, maak je dan geluid, tijdens en/of na de daad. Ik zou er giftig van worden, de hele tijd dat geratel aan je hoofd.
Zo heb je, als een ware John Muir pioneer van een ruige canyon, nog eens de tijd om ergens over na te denken. Na twee uur komen we aan het einde van de vallei bij een enorme waterval. Zo mooi! Net als de wandeling trouwens, al blijft het spannendste dier van vandaag de wilde Amerikaan. Nu zouden jullie wel willen zienwat die John Muir allemaal waar nam, maar die nationale parken zijn toch wel een gevalletje 'bijzijn is meemaken'.
Aan het water liggen is hier een familie ding. Drie generaties zit op stoelen langs het water bier of fris te drinken. Gelukkig staat daarvan groot op de verpakking hoeveel calorieën er in zitten, dus hoeveel ze nig moeten drinken om nog dikker te worden. Kindjes zijn hier papperig en pappa doet zijn best om dezelfde omvang te krijgen als de beroemde bomen in het volgende park dat we bezoeken. 1 van die bomen daar heeft een omtrek van 33 meter, dat zijn nog 2848 blikjes Budweiser voor de dikke huispapa.

Een lijstje gevaarlijke dieren bij het kampvuur

Ondanks dat je nooit echt lijstjes maakt van de dingen die je doet, meemaakt en ervaart, is het wel leuk om ze onbewust aan te vullen. Het lijstje dieren die je in het wild tegenkomt bijvoorbeeld. In Australie was er al een begin gemaakt met roggen, krokodillen, koala's, kangeroes, pythons, enorme spinnen, een octopus en waarschijnlijk nog veel meer beesten die ik me herinner als ik diep nadenk. Hier zijn het meer en minder schattige dieren die de lijst verder aanvullen. Het wordt ook wel steeds meer duidelijk waar ze bij Disney de inspiratie vandaan halen.
Momenteel zitten we in een van de dichtst bijzijnde nationale parken bij Los Angeles, waar Disney Headquarters natuurlijk gevestigd is en komen hier de halve Donald Duck tegen. Na de eenden zien we hier Bambi, de grote boze wolf, en Knabbel en Babbel . Waar we het meest voor gewaarschuwd zijn en worden, zijn beren. Die enkele slang die op ons af kronkelde bij een geothermische bron, een jacuzzi waar ze in Leersum nog wat van kunnen leren, laten we maar even buiten beschouwing. Vanuit die min of meer natuurlijke baden had je uitzicht over een hele vallei. Toch wat anders dan de schutting van de buren, maar wel wat verder fietsen.
Nu zit ik dit te typen op een camping en net als op andere campings zijn de spullen die lekker ruiken opgeborgen in de Bearbox. Een ijzeren kluis die door een beer moeilijk te openen is. Alles wat niet lekker ruikt mag gewoon in de kofferbak blijven liggen. Daar wachten die vieze sokken en onderbroeken op de volgende wasrit: twee vuilniszakken over elkaar, vuile was, water en waspoeder erin, in de achterbak leggen en lekker een eind rijden. Je veertiggradenwas, wordt zo een eitje. Alleen een camping met stromend water om het uit te spoelen wordt een grotere uitdaging.
De lekker ruikende spullen moeten in de bearbox, want die beesten breken menig auto open. Zeker als ze cocaine op hebben, hoorden we gisteren van wat Australiers die bekenden hebben die getuige waren van een flippende beer. Het beest had zijn rol als drugshond niet helemaal goed begrepen.
Elke keer dat ik nu boven het schermpje van mijn iphone uitkijk, bestaat de kans dat er zo'n lekkere grote bruine lobbes naast onze auto (Henry de Ford) staat. Het kan ook een wasbeer zijn. Ook een beer, maar een stuk schattiger. Al heeft de dame hem alleen vanachter mijn brede rug bewonderd.
De Australiers vonden het maar een gevaarlijk land. Tegen een beer begin je niks. Ze komen uit een land met giftige spinnen, slangen en kwallen. Hier en daar een krokodil en planten die voor weken pijn zorgen. Dan vinden ze dit een gevaarlijk land.
'You can't step on them', zegt de een. Daarmee gelijk de oplossing voor slangen, spinnen en andere insecten uit de doeken doende.
'They tear you apart, instead of going to the first aid and tell the doctor what bit you', en daarmee ben je veilig tegen alles in heel Australie en zijn de VS en Canada als meest gevaarlijke landen bestempeld. Je wordt liever vergiftigd dan uit elkaar gescheurd. Duidelijk. De Italiaan en wij vinden het allemaal onzin. Wij komen niet verder dan teken in het wild, gekke koeien, gepeste varkens en q-koortsige geiten in hokken. Het was een gezellige avond rond het kampvuur. Oei! Wat een sterrenhemel! Zo mooi! Je zou er een stijve nek van krijgen.

zondag 15 juli 2012

Sleehakken in the Big Apple

Lopend door wat een van de meest hippe steden van de wereld moet zijn, vallen wij steeds op als toeristen. Hoe het komt, is mij niet helemaal duidelijk. Mijn camera is netjes in mn rugzak, ik draag netjes slippers in plaats van sandalen met sokken en een normaal t-shirt wat ik ook in Nederland aan zou doen. Eerst wassen, dat wel. Geen heuptas, geen kaki korte broek met heel veel zakken en meer functies dan een Zwitsers zakmes. De dame naast mij draagt een wulps, vrolijk groen jurkje en slippers van kurk. Wellicht gaat het daar verkeerd, who knows. We blijven ondanks onze stoere 'we weten wat we hier doen-blikken' in de ogen aangesproken worden door mannetjes die ons in hun koets willen hebben of boven in een cabrio dubbeldekkerbus. Niets van dat alles is voor ons. Wij zijn die toeristen die niet per taxi of shuttlebus naar JFK Airport gaan, maar gewoon, als enige blanken in de hele coupe met de metro. Hoe New Yorks wil je het hebben.
Hoe de New Yorkers tegen ons aan kijken, boeit me niet zo heel veel. Moet je eens kijken hoe ze er zelf bij lopen. Eens in de zoveel tijd steekt een nieuwe rage de kop op. En steevast mis ik de aansluiting met de meest hippe mode trends. Vier jaar geleden zag ik puberjongetjes uit, naar ik vermoed, achterstandswijken met hun broek zo laag hangen dat hun hele boxershort er bovenuit kwam. Waarom rijke hockeyjongetjes op de Heuvelrug zich daarmee identificeren blijft een raadsel tot het moment dat ik me verder ga verdiepen in hun psyche.
Dit jaar lijkt de hippe trend de sleehak. Op zich is er weinig mis met het idee om de voorkant van de schoen optisch aan de ietsje naar voren geplaatste hak te verbinden, maar het ontwerp van de schoen mislukt. Erger wordt het loopje van de draagster. Na de crocs, birkenstocks en uggs wordt dit een nieuw iets in de lelijkheid van schoeisel. De serie Fiat Multipla's in de schoenenwereld lijkt steeds te vernieuwen. 'Ja, maar het zit zo lekker'. Zoals ik mijn leerlingen dit jaar geleerd heb, schiet ik geen reet op met 'ja maar', want het is hetzelfde als 'nee want'. De Poang stoel van Ikea zit ook lekker, maar staat om ruimtegebrek ook even niet in mijn woonkamer. Daarmee wil ik zeggen: het kan niet altijd. Ik mag ook niet met slippers voor de klas gaan staan.
Nu dus sleehakken (geen idee overigens of je het zo schrijft). Door de kortere afstand tussen voor en achterkant van de schoen heb ik er nog niemand charmant mee zien lopen. De dames lopen als een kerel of alsof ze spierpijn in hun kont hebben of hebben paardgereden op drie paarden tegelijk en zich vervolgens klem hebben gezopen, waardoor ze nu nogal waggelen.
De schoenen kunnen volgens de draagsters in the big Apple goed gecombineerd worden met leren accesoires waar ijzerwaren doorheen geprikt zijn. Anders accesoires lijken ook eerder afkomstig van de Gamma of de Praxis dan van de Six of H&M. Het optutten wordt in ieder geval een hels Karwei, want niet alles staat even goed bij een panterprint lapje of een bloemetjeslegging.
Heerlijk. Laat mij er maar uit zien als toerist! Ik hang mijn camera op mijn buik, doe een heuptasje om en een te groot hawaii bloesje aan. Met in mijn ene hand een reisgids en in de andere een kaart loop ik braaf achter die vrouw met die papaplu aan. Dan kan ik intussen de mooiste modegrillen bewonderen.

dinsdag 10 juli 2012

De parel van New York

Om toch maar niets te vergeten te bezoeken en te bezichtigen hebben we een boekje gekocht. Daarin staan de 25 dingen die je in New York gezien of gedaan moet hebben. Omdat het meest kunstminnende deel van het gezelschap de belangrijkste musea en kunstdingen al gezien heeft en momenteel slenteren door een museum bij geen van beiden een glimlach op het gezicht tovert, strepen we de musea vast door. Daarvoor in de plaats komt de Legowinkel bij Rockeffellar Centre. Dat brengt jeugdsentiment boven! Oooh-end en aaah-end gaan we het relatief kleine winkeltje door.
Op de lijst blijven toeristische trekpleisters over als: Ellis Island, Vrijheidsbeeld, wat beroemde wijken, Ground Zero, de genoorteplaats van de economische crisis (en wij zitten in de USA) Wall Street, Dumbo in Brooklyn en Central Park. Doordat toeristen door de autoriteiten als varkens van de ene plek naar de andere worden geleid met een souplesse en snelheid waar de organisatie van koopzondag op een regenachtige middag bij Ikea nog een puntje aan kan zuigen, kunnen we alles heel snel afvinken. Komt het doordat we bijna als enige toeristen de metro in en uitvliegen of doordat we steeds stom geluk hebben met de routes die we lopen. Soms geen toerist te zien. Laat
staan van die mannetjes om toeristen te lokken met een tour door de stad, op de fiets of over het water. Na een ongezellig en opdringerig gesprek blijkt er zo 15 dollar per fiets van de verhuurprijs voor een dag af te praten te zijn. Na kort beraad blijkt dat we eigenlijk die fietsen niet meer nodig hebben. Ineens spreekt Jolien helemaal geen Engels meer nadat ze teveel 'twijfelt' over de prijs. Dit leek op het moment zelf de enige manier te zijn om van de grote Amerikaan af te komen.
Dit is het begin van een heerlijke dag. Na terloops wat filmlocaties tegen gekomen te zijn, blijkt de dame ook nog een wensje te hebben. Haar oud studentenhuis is gemoemd naar een film waarin de schaatsbaan en een restaurant een prominente rol spelen. Na het gedoe met de fietsenhosselaar herbeleeft ze haar film door vastberaden naar de ijsbaan en het restaurant toe te lopen. Daar lunchen we dan ook. Wat een leuke tent! Leuk ingericht aardige bediening en verschikkelijk vet en zoet eten en drinken 'on the side'.
En dan zijn we klaar! New York is veel fijner om te beleven dan om te bezichtigen. Om te bezichtigen is het een stad zoals zovelen, stinkend, veel winkels en een paar mooie gebouwen tussen veel functioneel beton en ijzer. We gaan New York beleven in Central Park. Helemaal goed. Wij zijn geen mensen voor de stad. Tussen het groene leven we op. Net als de eerste middag op Washington square, strijken we neer in het park. Hier sporten de mensen en wordt er muziek gemaakt. Saxefonisten, cellisten, violisten, vocalisten en dansers, en oja die 'ik teken je na, of maak een karikatuurmannetjes, tonen hun kunsten. Wij absorberen dat met veel genoegen.
We liggen, zitten en slenteren zo snel als onze beblaarde voeten in onze slippers het toestaan om datgene wat New
York tot zo'n verschrikkelijk fijne stad maakt: Central Park. Met zoveel weelderig groen kunnen we niet wachten om aan de westkust de bergen in te gaan.

zondag 8 juli 2012

Een foto opdracht op de eerste dag

Uit onderzoek is gebleken dat de foto's van toeristen zoveel mogelijk lijken op de bekende plaatjes en op de foto's die we in reisgidsen zien. Mensen die in Parijs geweest zijn komen thuis met foto's van de Eiffeltoren, Sacre Coeur en d'Arce de Triomphe, o ja en het Louvre. Het suffe is alleen: anderen hebben die foto ook al gemaakt en professionals hebben dat nog mooier gedaan dan je zelf ooit zou kunnen. Die professionals komen er buiten het vakantie seizoen, dus die hebben geen rijen met mensen in beeld die de toren van Pisa willen recht duwen. Die fotografen zijn 's ochtends om half zes al bij de Molens van Kinderdijk, omdat dan het licht het mooist is.
De foto heeft vroeger veelal het doel gehad om herinneringen op te halen voor later en om thuis te laten zien waar je geweest bent en dat je er ook echt geweest bent. Op die plek geweest zijn, niet op de maffia manier van 'er geweest zijn'.
Na veel en lang wachten, opnieuw een ESTA aanvragen, je afvragen wat er nou leuk is aan aan het strand hangen als je de vliegtuigladingen geblondeerde en opgepompte jongens, meisjes en aso's in rijen naar de middellandse zee ziet aansluiten, kunnen we het vliegtuig in. Nieuwe rijen, maar wel een fijne vlucht. Aan boord heb je genoeg tijd om je achterstand met recente bioscoopfilms weg te werken, een uiltje te knappen en wat reisplannen door te spreken.
Nu zijn we na een flinke metrorit im het hotel en gaan we de stad in.
Dan lopen we zo een beetje door de stad en wil je graag foto's maken, voor jezelf, voor later of gewoon omdat er zoveel mooie of leuke foto's te maken zijn.
Nu alleen 1 opdracht voor die enkele lezer: ik/wij willen een foto-opdracht. Hoe? En waarvan kunnen wij zulke foto's maken dat we daar over 30 jaar nog steeds stil van worden? Of waar we juist weer hard om moeten lachen. Ideeën graag!