woensdag 10 augustus 2016

Het vakantieboekje

'Nog even kijken of ik deze keer weer een vakantieboekje maak', zegt de vriendin die bij ons thuis eet.
'Een vakantieboekje?', vraag ik. 'Wat is dat?'
'Nou, daarin staan allemaal dingen die we kunnen gaan doen op vakantie. Daarin staan mooie plekjes, goede restaurantjes, goede routes en andere tips. En als ik er dan ben, of ben geweest, dan schrijf ik op hoe het was. Dat is ook alvast een beetje voorpret.'
Aan de voorpret van een vakantie beleef je bijna meer plezier dan de reis zelf. Ik kan me zo eens voorstellen dat de voorpret zelfs veel groter is dan de lol op vakantie. Vaak heeft dat te maken met verwachtingspatronen. Mensen die denken dat het geluk van de mensen in de reclame te koop is en als het gevoel van geluk dan uitblijft in het all-in resort, is niets goed genoeg. Die mensen zouden zelfs boos kunnen worden of het feit dat de man des huizes niet echt van een trolachtig monster in een gezellig hunk veranderd na een duik in de zee, zoals op tv wel gebeurt.
Maar goed. Terug naar het boekje. Het werkt alleen maar de goede kant op. Je hebt namelijk niet alleen ontzettend veel voorpret, je gaat ook beter voorbereid op vakantie, waardoor de kans dat je echt leuke dingen doet, groter is. Verder weet je beter wat je kunt verwachten, waardoor het verwachtingspatroon beter passend zou kunnen zijn. Je weet de weg en de kostbare tijd die er op vakantie nodig is om te genieten, gaat niet op aan dingen regelen en uitzoeken. Als je dat vooraf al hebt gedaan, heeft dat op dat moment waarschijnlijk al energie opgeleverd, omdat je zin hebt om de dingen te gaan doen die je net hebt uitgezocht.
Het enige wat je nodig hebt, is een notitieboekje. Die heb je in vele soorten, maten en kleuren. Als je daar een beetje een vrolijke versie van uit zoekt, wordt het geheel nog vrolijker.
Zo kwamen wij op een boekje met vogeltjes, bomen en hartjes. Blaadjes mèt en blaadjes zonder lijntjes. Daarin gingen wij los. Ik dan. Vrouwlief liet het een beetje afweten:
'Jij schrijft toch alles al op en weet beter wat je moet opschrijven. Ik weet ook niet of alles belangrijk genoeg is om erin op te schrijven'.
Dat laatste boeit helemaal niet. Het is ons boek. Bestemd voor ons. Wij kunnen er dus in kliederen wat we willen. Eén pagina wordt ingenomen door een bijdrage van dochterlief (1,5): allemaal krassen met een potlood. Een pagina gaat op aan de uitleg hoe de aanhangwagen die we hebben mogen lenen teruggeplaatst moet worden in de stalling. En ja, dat is zo'n gedoe dat dat stripverhaal relevant en handig is. Er zit een paklijst is. Het staat vol met lijstjes. Er zitten brainstorms in met wat we kunnen/moeten doen per locatie of per deel van de vakantie. Op het blaadje 'Zuid-Limburg' blijft de brainstorm beperkt tot 'wandelen op plaats x' of 'lunchen in café y'. Het blaadje 'Ardennen' vult zich heel snel met typisch toeristische zaken: 'stadje Durbuy door slenteren' of 'naar Spa-Francorchamps'. Dat laatste is vanzelfsprekend heilige grond voor een beetje autosportliefhebber. Laten we hopen dat aan het einde van de maand, met een beetje hulp van de weergoden, het circuit weer garant staat voor een middagje spektakel.
Het boekje vult zich gestaag. Het gaat mee op vakantie. Elke dag, als het kind slaapt en de dame leest, pak ik het boekje erbij. Hierin wordt de dag beschreven, maar worden ook goede punten benadrukt, waar we van kunnen leren voor een volgende keer. Het 'op vakantie' gaan als gezin verschilt namelijk wezenlijk van 'lekker met z'n tweeën op vakantie' gaan. Het is een ontdekkingsreis op zich. Wat doe je met eten? Wat doe je met slapen? Wat doe je voor een activiteiten? Hoeveel zit je op de camping? Hoeveel zit je in de auto? De benadering die al deze vragen beantwoord met 'we zien wel' leidt niet altijd tot een prettige ontspannen vakantie. Was onze ervaring.
Een van de grote pluspunten die ik ervaren heb, als niet-stil-kunnen-zitter, is het maken van een plan voor de dag die gaat komen. Voor de vakantie heb je je georiënteerd op wat je kunt doen. Je gaat niet vooraf een heel programma uitschrijven, want het blijft vakantie. Je weet niet wat het weer doen en waar je tegen die tijd zin in hebt. De avond ervoor heb je een redelijk beeld van de mogelijkheden. Uit de lijst of brainstorm met ideeën kies je het beste en daar plan je de dag omheen, ook de slaapjes, eetmomenten en boodschappen worden daarin meegenomen. Dit is heerlijk!
De volgende dag word je wakker. Het hele ochtendritueel kan gedachtenloos voorbij gaan. Je tuurt in de verte terwijl je je croissant oppeuzelt. Ontspannen. Je stapt in de auto en rijdt naar het beginpunt van de wandeling of naar het stadje dat je wilde zien. Tegen de tijd dat je echt wakker bent, blijkt dat je deelneemt aan een bijzonder geschikt programma. Natuurlijk vind je het leuk: je hebt het namelijk zelf ooit eens bedacht. Tijdens die ene saaie vergadering (dubbelop?) op die regenachtige dinsdagmiddag in juni droomde je weg over een wandeling over een paadje langs een snel stromende rivier die uitkomt bij een waterval. De geur van bos kwam al je neus in bij de gedachte. En in je tas vind je geen papierwerk om door te werken, maar een lekker brood van de bakker. Een pakje kaas, lekkere worst, een pot Nutella en een mes. Daarnaast nog water en een lekker sapje. Meer heb je toch niet nodig om helemaal gelukkig te worden. Ik verander zo van mijn trolachtige ik tot de droomman die ik in de weerspiegeling van het water zie.
Langzaam wordt de vakantie van volgend jaar gedestilleerd uit de huidige vakantie. Het is fijn, maar er zijn andere keuzes die je kunt maken. Iets verder rijden en dan wèl lekker weer hebben in de tweede week. Maar niet te ver rijden, dat is dan weer te lang en op locatie is het dan weer te warm. En volgend jaar komt er weer een vakantieboekje. Dan beginnen we er nog eerder mee, zodat de vakantiepret nog eerder nog concreter wordt.

maandag 1 augustus 2016

Te Grand Prix voor weinig

Het grote probleem van de race in Duitsland dit jaar had vrij weinig met racen te maken. Het ging om de verkoop van de tickets. Er zijn tijden geweest dat er 100.000 mensen naar een autorace kwamen kijken. Die mensen kwamen uit het hele land om hun lokale held te steunen, ook al reed deze achteraan, of in de middenmoot, zoals Sergio Perez in Mexico. In Duitsland blijft men weg. Dat kan mooi zijn voor de Nederlanders, want nu was er meer plaats voor de fans van Verstappen die er nog wel een paar honderd euro en kilometers rijden voor over hadden om hem derde te zien worden.
Het uitgangspunt voor de Duitsers zou perfect moeten zijn. Een Duits team en groot Duits merk domineert de sport sinds het merk zelf de regels en technische voorwaarden heeft bedacht. In een van die auto's zit een Duitse coureur. Hij liegt graag, kan niet tegen zijn verlies en heeft moeite met presteren onder druk. Verder zit er een Duitse coureur in het team met 'the Prancing Horse', het heilige Ferrari. Verder zijn er nog tweede Duitse coureurs die overlopen van het talent en in de middenmoot en achterhoede opereren en daar aardige dingen laten zien. De organisatie had 60.000 plaatsen voor de Duitse fans gecreëerd. Er was plaats voor meer, maar de prognoses waren slecht. Eén tribune werd gebruikt voor een groot reclamebord van Rolex. Dit om het Shanghai-effect te voorkomen. In China kosten de tickets namelijk hetzelfde als in het westen, maar zijn de lonen daar nog niet naar. Zo kan het dat er een tribune van honderden meters lang wordt gevuld met grote witte letters 'E-x-p-o- -2-0-1-0', omdat de 'fans' niet komen opdagen.
De organisatie in Duitsland, en NOS-commentator Louis Dekker, snappen echt niet hoe het kan dat de Grand Prix van Duitsland niet uitverkoopt. Wellicht is er wat moeite met het grote bord, dan wel volledige servies, dat er voor hun hoofd staat waardoor ze de oorzaken niet zien:
Ten eerste kosten de kaartjes de hoofdprijs. Voor het goedkoopste kaartje voor de eerstvolgende wedstrijd in Spa betaal je 145 euro, waarbij je nog eten, drinken, parkeren en verblijf moet regelen. Dat lijkt mij veel, als ik mezelf 'de gewone man' zie. Voor de hoofdtribune betaal je de hoofdprijs en tijdens de wedstrijd zie je de auto's dan slechts 45 keer aan je voorbij komen zonder dat je weet hoe de wedstrijd zich ontvouwt. Het gaat niet alleen om het racen, maar ook om de pitstopstrategie en radiocontact. Waarom het dan zo duur moet zijn? Maffiabaas Ecclestone vraagt aan organisatoren enorme bedragen (tientallen miljoenen) om het evenement te mogen organiseren. Die kosten moeten ergens door vergoed worden, dus daarom zijn de prijzen zo hoog en ook daarom staat het voorbestaan van klassieke wedstrijden zoals op Silverstone, Monza, Spa-Francorchamps en in Duitsland dus op het spel.
Ten tweede blijven de wedstrijden saai. Nog maar één van de 12 wedstrijden van dit jaar is niet gewonnen door een Mercedes. Je weet vooraf dus wie er wint. Zeker nu de druk op Rosberg komt, laat hij het afweten. Hij laat daarbij zien niet te kunnen racen en duwt voor de tweede keer in vier wedstrijden een tegenstander van de baan af, als wanhoopsdaad. Mocht hij, doordat er iets met Hamilton gebeurt, onverhoopt wereldkampioen worden, dan is dat de minst waardige wereldkampioen formule 1 sinds Damon Hill in 1996 zonder serieuze tegenstanders zijn rondjes reed.
Dan kan je misschien nog komen kijken voor het spektakel, een goed ongeluk. Dan moet je ook maar het geluk hebben dat je op de goede plek zit, waar je wat van een eventueel ongeluk kunt zien. Gelukkig voor de sport, gebeurt dit steeds minder. De twee uitvallers gisteren reden rond in de marge van de wedstrijd. De beide Felipes. Nasr bij Sauber, wat dit jaar een achterhoede team geworden is en Massa. Massa heeft sinds zijn ongeluk van 2009 geen bijzondere dingen laten zien, kruipt in duels gemakkelijk onterecht in de slachtofferrol en heeft een beperkt vermogen om op zijn eigen kunnen te reflecteren. Maar goed, hij schijnt vriendelijk te zijn. Het is toch zielig iemand af te serveren na een ongeluk en hij kan goed moppentappen in de pitstraat, dus laten we hem rustig afzakken naar de middenmoot van het veld.
Het mooiste van de race in Duitsland is 'het drama van Ferrari'. Ferrari vecht als de 'Black Knight' tegen Mercedes. Net als in de film Monty Python and the Holy Grail gaat het steeds slechter met de hoofdrolspeler, maar hij denkt nog steeds het op te kunnen nemen tegen zijn belangrijkste tegenstander. Net als Ferrari. Vettel en Raikkonen houden vol te strijden tegen Mercedes, maar worden intussen ingehaald door Red Bull. Wat een drama voor de Italianen. Er gaan waarschijnlijk op korte termijn koppen rollen, maar zo lang de belangrijke plaatsen in het team worden ingenomen door Italianen, zal het team geen wereldkampioenschappen winnen. Het hart van de Formule 1 ligt in Duitsland en Groot-Brittannië en cultuur speelt een belangrijke rol in het succes van teams. De laatste keer dat Ferrari de sport domineerde was in een periode dat de beste coureur uit het veld bij Ferrari reed, Schumacher. De auto's werden ontworpen door twee Britten (Rory Byrne en Ross Brawn) en de leiding van het team was in handen van een Fransman (Jean Todt). Zij hielden de Italianen in het gareel en tevreden tegelijk. Tussen 1979 en 2000, de tijd tussen de twee kampioenschappen voor Ferrari was lang. Maar als ze zo doorgaan, kunnen ze de 21 jaar zonder kampioenschappen weer halen. We tellen dan vanaf 2007.
Het is mooi voor de Nederlandse Formule 1 fans. Max Verstappen heeft met de huidige ontwikkelingen bij Ferrari een serieuze kans op plaats 4 en misschien zelfs 3 in het kampioenschap.