zondag 22 mei 2016

Verstappen excelleert! Nu de verslaggeving nog

Ha! Eindelijk! Eindelijk ben ik niet meer de enige. Eindelijk blijken er meerderen te zijn zoals ik. En eindelijk kan het hardop gezegd worden. Sterker nog er kan erover gepraat worden. Ik ben er namelijk 'zo één'. Zo één die eens in de twee weken zijn zondagmiddagen toch wat leeg houdt in de agenda. Zo een die zelfs in het voor- en najaar de wekker wel eens zet om de start maar niet te missen van races in gebieden in hele andere tijdszones.
Niemand die begreep waar het over ging.
'Wat is er nou leuk aan een stel auto's die achter elkaar rondjes rijden?'
Daar hadden ze een tijd lang al niet echt een punt, die kritische mensen. Het gaat om de politiek er achter, de spanning van de pitstopstrategie. Het gaat om het talent van coureurs. Het gaat om inhaalacties, de kans van een regenbui. Het zou zomaar kunnen dat een update van een motor, voor- of achtervleugel of de wielophanging ervoor kan zorgen dat er iemand anders gaat winnen. Wie kan het beste presteren onder druk?
'Maar nu is het toch gewoon Mercedes dat wint?'
'Het gaat om de auto, niet om de coureurs.'
En daar hadden de criticasters een relevant punt. Sinds 2014 is de sport elke vorm van glans kwijt. De afronding van de oude Formule 1 in 2013 leek saai met 9x dezelfde winnaar achter elkaar, maar hij (Vettel) had meer tegenstand en ook uit steeds een andere hoek. In aanloop naar 2014 had Mercedes de nieuwe formule min of meer zelf bedacht. Al jaren waren zij bezig met de ontwikkeling van een uiterst complex plan. Dit was zo complex dat geen andere motorenbouwer dit ook kon ontwikkelen of zich er niet eens aan waagde. Zo kan het dat er in de laatste + 40 grand prix' die er sinds maart 2014 slecht 7x geen grijze auto als eerste over de streep kwam.
Elk seizoen wordt er beterschap beloofd, maar de wedstrijden vallen tegen. De kwalificatie is er om te bepalen welke auto het beste is. Coureurs doen er niet toe. Je krijgt eerst de Mercedessen, dan de Ferrari's, Red Bulls, Williams', Toro Rosso, Force India en zo verder. Als deze volgorde om wat voor reden dan ook verstoord is, zijn er inhaalacties. Aan het einde van de zondagmiddag is men echter wel weer in min of meer die slagorde over de streep gekomen.
Tot 5 mei 2016. Met een actie waarvan menig personeelsmanager zich achter de oren zal (moeten) krabben, wordt Max Verstappen gepromoveerd naar Red Bull. Vanaf dat moment maakt hij met de mindere Renaultmotor kans op een podium in de eerste twee races die er aan komen (Spanje en Monaco). Daar is de kwaliteit van de motor wat minder belangrijk en chassis en aerodynamica wat meer. Kans op een podium dus. En dat voor een jochie van 18. Eindelijk een Nederlander in de Formule 1 mèt talent. Zijn voorgangers moesten het hebben van rijke (schoon)vaders, mazzel of gebrekkig inzicht van teammanagers.
Spanje is over het algemeen een saaie race. De laatste spannende race die daar werd gehouden, was in 1996. De eerste van Schumacher voor Ferrari met een 3,0 liter V10 waarvan minimaal 1 cilinder niet meer werkte. Hij declasseerde destijds de rest van het clubje in een wedstrijdje onderwaterracen. Daarna was het 20 jaar een race waar je niet voor thuis hoefde te blijven.
Tot vorige week zondag. Kijk maar.
En sindsdien is er in het Nederlandse medialandschap een probleem. Niemand weet wat er gebeurt. Wat is dit voor een sport? Waarom is dit belangrijk? Wie is die grijze oude man die Verstappen in de armen vliegt als hij de auto uit komt?
'Een belangrijk persoon van het team', hakkelt de verslaggever van de NOS. Dat het de man is die de promotie van Verstappen naar Red Bull bewerkstelligt heeft en Verstappens talent juist inschatte voordat hij bij Toro Rosso kwam, is haar volledig onbekend. Er wordt wat gestameld over rechten op beelden. Alleen dat maakt de sport al interessant. De baas van de beelden is een bejaarde man met de integriteit van Sepp Blatter. Hij verdient aan zijn beeldrechtenbeleid uit de steentijd. Denkt hij.
Bij talkshows, in het nieuws en bij journalisten is er enorme onbekendheid over alles wat met de sport te maken heeft en niemand probeert dat te verbergen. Gelukkig zijn er mensen als Jan Lammers, de broertjes Coronel en Robert Doornbos die graag op televisie willen en over hun hobby praten. Zij verzachten het leed nog een beetje, maar je ziet ze ook denken.
'Dit is een leek. Wat vertel ik wel en wat niet? Mag ik vertellen hoe goed ik zelf ben of was?'
Diepgang en inzicht missen bij de verslaggeving in de Nederlandse media. Het is net alsof ik naar een presentatie van een eersteklasser zit te kijken die vroeg pubert en geen zin had om na te denken. Zelfs, of juist, Jeroen Pauw weet in het begin van zijn interview met Verstappen niet wat hij met de jongen aan moet.
'Het gaat om de persoon àchter de sportman', zal hij gedacht (moeten) hebben. Als dat niet zo is, moet je je gaan verdiepen in iets nieuws en, zo lang de Formule 1 geregeerd wordt zoals het niet gedaan wordt, iets saais.
Maar goed. Eindelijk is er aandacht voor wat één van de mooiste entertainmentshows ter wereld zou kunnen zijn. Sommige mensen noemen het zelfs een sport. En mocht iemand willen weten hoe die sport in elkaar zit, ik help u heel graag.

zondag 1 mei 2016

Een nacht in de open lucht met leerlingen. Sander, Bedankt

'Zo, wat zie jij er verlept uit!' wordt er geroepen van achter de receptie. Het is altijd fijn om zo welkom geheten te worden als je ergens binnen komt. Nu is het wel vanzelfsprekend, want bij het ontwaken was de gevoelstemperatuur -1 graden. Dat is op zich niet echt extreem, tenzij je buiten ligt. De nacht is doorgebracht onder een zeiltje van slechts een deel van een millimeter dik. Onder het slaapmatje ligt kale grond. Om mij heen was een mummieslaapzak gewikkeld. Daarover lag mijn winterjas. Dat nog wel.
In de zomer van 2015 ontstond het idee in het hoofd van een collega. Na de vakantie werd het idee gedeeld met betrokken collega's en in de steigers gezet. Leerlingen konden het project kiezen rond de herfst en als genoeg leerlingen hun voorkeur hadden doorgegeven, zou het project 'Jungle/Robinson' ontwikkeld worden. Het project bleek mateloos populair bij leerlingen en het kon door gaan. Het moest zelfs doorgaan, omdat er veel leerlingen waren die onder gebracht moesten worden bij projecten.
De collega kon zijn plan uit gaan werken. Er moesten workshops geregeld worden en als climax slapen de leerlingen een nacht in de open lucht slapen. De organisatie begint dan met het maken van een rooster, het benaderen van mensen die een EHBO-workshop en een workshop 'onkruid eten' kunnen geven en het bedenken van een plek om te slapen.
Dat laatste leidde tot discussie. Want in het écht wildkamperen is natuurlijk nog spectaculairder dan op een terrein van scouting of Staatsbosbeheer. Toch is ervoor gekozen om naar een scoutingterrein te gaan. Je zit toch met een risico, aansprakelijkheid en het dingetje dat wildkamperen in Nederland niet echt wordt toegestaan. En, ook niet onbelangrijk, voor een nacht slapen met zijn twintigen heb je een redelijke kuil nodig voor het sanitair, die graaf je niet voor één nachtje. Een gebouw met sanitair is dan mooi meegenomen.
Wat kan je je druk maken om zo'n projectje zeg. Maar goed, na wat theorie en een kompastocht komen leerlingen aan bij de workshop 'eten in het wild'. Op een bepaalde manier is dit spectaculair. Het is leuk en leerzaam. De planten die je anders maar wat graag mijdt, zoals brandnetels, worden nu met handschoenen geplukt, in plastic tassen gedaan en meegenomen naar een ruime keuken in een mooi pand op de grens met Duitsland. Vanaf de stuwwal kijk je ver Duitsland in, terwijl leerlingen de brandnetels blancheren en het zevenblad wassen. Leerlingen raspen een stuk kaas, snijden het brood en malen het onkruid met de kaas, olie en noten tot een heerlijke pesto. De andere helft van de groep gaat verder met de brandnetels en maken daar een lekker soep van. Aan het einde van de middag hebben we brandnetelsoep met stokbrood waar pesto op gesmeerd is. We gaan met een erg voldaan gevoel naar huis. Als de leerlingen er niet van genoten hebben, dan mijn collega en ik wel.
De dag erna gaat het feest direct weer van start met een EHBO workshop van twee uur. Leerlingen zijn geen echte EHBO-ers na deze ochtend, maar leren toch wel wat gemakkelijke trucjes om de kans op overleven na een ongeval te vergroten. In een week die in het teken staat van 'survival', lijkt dat niet onhandig. Er wordt een leerling ingepakt in folie. De docent krijgt een Heimlichknuffel van de mevrouw en we krijgen een demonstratie van een AED. Na de lunch gaan de leerlingen op zoek naar een geocache. De tocht is eerder gemaakt door collega's en nu doen we 'm nog een keer. Het succes hiervan is wisselend. Leerlingen moeten nog wennen aan de beperking van de GPS app op hun telefoons die maar tot 20 meter nauwkeurig is. Dat geeft 20 meter onzekerheid. Die gaat overheersen en wat gedesoriënteerd weten ze nog net de school te vinden.
Dat ze toch hebben geleerd van de GPS-tocht blijkt een dag later, als elke groep toch aan weet te komen op de afgesproken plek. Elke groep van 5 leerlingen krijgt een andere route, maar toch komen ze op hetzelfde punt aan. Vanaf die plek lopen de leerlingen naar het scoutingterrein waar we de nacht doorbrengen.
Daar worden zeilen over touwen gespannen. Dat is het verblijf. Meer is er niet. Twee groepen verzamelen mos om het geheel te isoleren. De zeiltjes worden zo laag mogelijk gespannen om de warmte enigszins binnen te houden en de wind erbuiten. Veel tijd om het geheel te perfectioneren is er niet, want er moet weer geplukt en gekookt worden. Elke groep krijgt een eigen plaats om vuur te maken en de wedstrijd om het mooiste vuur gaat beginnen. Er zijn punten te verdienen met 'wie brandt het eerste een touwtje door' en vervolgens met 'wie houdt het vuur het beste aan om vervolgens op te koken'. Dit blijken aparte disciplines te zijn, maar uiteindelijk komen de vuurtjes goed op gang.
Dan de volgende opdracht: maak een gerecht waarvan minimaal één ingrediënt geplukt is. De andere ingrediënten (aardappels, uien, bouillonblokjes) mochten ze van huis meenemen. De groepen gaan voor het bekend gerecht: brooddeeg aan een stok, met een krokante zwarte buitenkant met romige binnenkant (nog een keer proberen). Verder worden er brandnetelsoepen en -stamppotten gemaakt. Het smaakt allemaal prima.
Overleven in de wildernis kan niet als je je verveelt (zie Cast Away (2000) met Tom Hanks), dus komen de weerwolven uit Wakkerdam nog even langs en gaan we het bos dieper in voor een potje oud-Hollandsch Levend Stratego.
Eindelijk zijn de leerlingen moe en kruipen direct in de slaapzakken. Hiervan wordt de lege ruimte opgevuld met de extra kleding die mee is genomen of uit is getrokken. De sterrenhemel is helder en prachtig om te zien, maar ook koud. Bij het ontwaken blijkt de temperatuur rond het vriespunt te liggen. Er zijn echter geen onderkoelingsverschijnselen, geen afgevroren ledematen of andere koude gerelateerde klachten. De leerlingen waren goed voorbereid en steken het vuur weer aan. Rond de stokken komt nu niet alleen zelf gemaakt deeg, maar ook croissantdeeg uit blik. Dat werkt als een malle, als je geduld hebt en je stok niet te ver in het vuur steek, wel te verstaan. We worden gewoon wakker met het concert van vogel geluiden, een kampvuur, een croissantje en vrolijke leerlingen.
Dat je in de kou wel slaapt, maar toch wat energie verliest om je zelf warm te houden, merk je als op school komt. 'Heb je wel geslapen?', 'Ben je zo moe?', 'Zo jij ziet er lekker verlept uit...". Het was een mooie projectweek, maar ik ga op tijd naar huis en slaap vanmiddag nog even twee uurtjes. Het schijnt dat het nodig is.